Details van document 1886
Nummer | 1886 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 16-01-1538 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Zutphen | ||||||||||||||
Vergadering | 22-01-1538 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | |||||||||||||||
Regest | De regering van Zutphen schrijft [die van Nijmegen] dat zij afgevaardigden zal zenden naar de uitgeschreven bijeenkomst op "altera Agnetis" [22 jan.] te Emmerich, hoewel zij die niet nodig acht. Zij vindt namelijk dat alle moeilijke punten die voor de huldiging ter sprake dienen te komen al voldoende geregeld zijn. Zij zal de ridderschap en kleine steden op de hoogte stellen - Doesburg en Groenlo zijn al tot het verbond toegetreden en Lochem zal eerstdaags wel volgen. Verder vraagt zij Nijmegen, dat over deze zaken aan Roermond en Venlo heeft geschreven, ook die van Harderwijk, welke stad zich mede in "onse verbunth" heeft gevoegd, op te roepen, omdat die "onder onse verschrivonge niet en staen." | ||||||||||||||
Opmerking tekst | De brief is ongedateerd, maar zij moet geschreven zijn na de toetreding van Groenlo tot het verbond op 15 jan. 1538 (Databank nr. 1261). |