Details van document 190
| Nummer | 190 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 17-05-1542 | ||||||||||||||
| Documenttype | maatregel | ||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
| Vergadering | 16-05-1542 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Alss dess durluchtigen hoegebaeren ffursten ind heren, heren Wilhemss hartougen te Guijlich, Gelre, Cleve ind Bergh, gravenss tho der Marck, Zutphen ind Ravensbergh, heren tho Ravensteijn etc. mijnss gen. heren rhede den gesanten der banerheren, ritterschappen ind steden nu alhijer tho Arnhem op diesen landtdach vergadert, vurgegeven wess op diesen lestgehalden Rijckxdach to Speir betreffende die hulp tegen den erffijandt dess chrijstlichen geloeven den Turcken, veraffscheijdt ind folgenss dess vredenss ind zeckerheit halver gehandelt worden zij etc., hebben gesanten der banerheren vort ritterschappen ind gemeijne stede vurgeroert sich doer op bedacht ind eendrechtelichen vur antwort gegeven, woe zij aengehoert | ||||||||||||||
| Explicit | mijt onderdenigen begeren dat zijn ff.g. vort aen gnedelichen vlijt aenhijeren laeten woll, dat die selvige zijner ff.g. ffurstendomen ind landen onder dem Rijck in sekerheit ind vreden verblijven mochten, wolden sij sich oick alss getruwe ind gehoersame underdanen tegen zijn ff.g. schicken ind halden. Des in oerkonde iss der stadt Arnhem seceet segell dess die andere tho dieser tijt mijtgebruicken op spacium gesath op unserss Hern Hemelfartz aevont anno etc. XLII. | ||||||||||||||
| Regest | Bannerheren, ridderschap en steden van Gelre en Zutphen verklaren dat hertog Willem zich als lid van het Duitse rijk behoort te houden aan de afspraken omtrent de bestrijding van de Turken, zoals die op de Rijksdag te Spiers onlangs zijn gemaakt. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst |