Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 2015

Nummer 2015
Datum 12-10-1437
Documenttype besluit
Plaats Onbekend
Vergadering
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief Hert. arch. Buren Minuut 19.235 pdf
Incipit [Arnold van Goitz genaden hertoch etc.?] doen cont allen, so wij nu treckende werden butenlands [....] en dencken ons eyn tijt te besueken ende op dat onze lande, lude ende andersaten in goeder bewerenisse ende regiment sijn mogen die tijt dat wij so buten? sijn, so hebben wij gebeden onsen lieve heren, mage ende vriende mit namen den hogebaren fursten den hertogen van Bourgongen van Brabant ende van Lymborch etc. onsen lieven heren en zwager den eerwerdigen in Gade heren Henrick bisscop tot Monster onsen lieven neve den hogebaren fursten heren Adolphus hertogen van Cleve ende greven van der Mercke onsen lieven vader onse lande van Gelre ende van Zutphen
Explicit vyelen ouch overmitz? onsen neven end vriende vurs. of van hoeren knechten of die sij in onsen dienst gebeden hedden enich ongeval van vechtliken saken, van doitslach of desgelijchs, dair mede e? dat doch? sonder opsat of voirrait toe queme, dair mede en sullen sij noch die hoere tegen ons noch onsen herlicheit nijet broken.
Regest Hertog Arnold van Gelre verklaart dat hij vanwege een komend verblijf in het buitenland de bescherming van zijn vorstendom toevertrouwt aan de hertog van Bourgondië, Brabant etc., heer Hendrik bisschop van Münster en hertog Adolf van Kleef "onsen lieven vader". Hij laat de regering over aan zijn raden en vrienden A, B, C en D, die ook zorg moeten dragen voor zijn echtgenote en kinderen. Mocht hij op zijn reis overlijden, dan moet met zijn kinderen gehandeld worden naar uitwijzing van zijn testament. Voorts krijgen zij bevoegdheid al zijn geschillen met een deel van de ridderschap en steden te beslechten.
Opmerking tekst De tekst heeft geen datering of plaats van uitvaardiging. Hij is opgesteld na 4 aug. 1430 ( Philips van Bourgondië wordt hertog van Brabant) en vóór 23 sep. 1448 (overlijden van hertog Adolf van Kleef). Deze datering berust op een post uit de stadsrekening van Zutphen van 1437-1438, te dateren na 12 okt. 1437: Johan Kreyng tot Arnhem [opengelaten in hs.] ridderscap ende andere hooftstede gescreven waren soe onse here van Gelre uten lande wolde om sine bedevaert (p. 518). Paravicini, Die Preussenreisen I, p. 42 (noot 144) en 66 verwijst ook naar de plannen van Arnold om een bedevaart te ondernemen in de jaren 1437-1438. Hij stelt eveneens dat de tocht vermoedelijk niet is doorgegaan.