Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 2016

Nummer 2016
Datum 21-12-1510
Documenttype overeenkomst
Plaats Deventer
Vergadering
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Utrechts archief Staten van Utrecht Afschrift 117 22-25 Dodt van Flensburg, Archief III, p. 55-57 geen afbeelding beschikbaar
Incipit
Explicit Gegeven in unser stadt van Deventer int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende thien opten XXIen dach in decembri.
Regest Frederik van Baden, bisschop van Utrecht, verklaart dat er "een tijt lanck herwaerts" geschillen waren en oorlog tussen zijn landen en die van hertog Karel van Gelre. Hij heeft mede op aandringen van de Staten van het Nedersticht ingestemd om al deze geschillen op te dragen aan het oordeel van twee onpartijdige geestelijke of wereldlijke vorsten. Hij zal binnen twee maanden na deze brief zijn vorst aanwijzen, waarna hij en Karel in zes maanden relevante stukken aan elkaar en de twee arbiters zullen geven. De arbiters krijgen twee maanden om tot een oordeel te komen; wanneer zij niet tot een uitspraak kunnen komen, zal Philips aartsbisschop van Keulen als "overman" optreden. Tevens worden regelingen opgesteld voor ondermeer de krijgsgevangenen en openstaande schulden. De bisschop neemt Floris van Egmond, heer van IJsselstein, en Jacob van Bronkhorst, heer tot Batenburg, in dit tractaat op.
Opmerking tekst