Details van document 2020
| Nummer | 2020 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 07-05-1506 | ||||||||||||||
| Documenttype | brief | ||||||||||||||
| Plaats | Leuven | ||||||||||||||
| Vergadering | 20-04-1506 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | |||||||||||||||
| Explicit | |||||||||||||||
| Regest | Willem van Croij, heer van Chievres, stadhouder generaal van de koning van Castilië in zijn landen herwaarts, schrijft aan heer Johan heer van Montfoort en mr. Ludolf van den Veen domdeken van Utrecht. Hij zegt dat hij vergeefs op hun bericht heeft gewacht inzake het antwoord van hertog Karel van Gelre en vermoedt dat zij ook niets ontvangen hebben en "want ic geadverteert ben dat hij onlancx zekere vergaderinghe van den principaelste, soe van den edelen als van den steden die hij al noch heeft, binnen Nijmeghe gehouden heeft, ende dat hij aldaer naer vele ende diverssche clachten, den welcken hij buyten den waerheyden ende dien verswighende over den coninck gedaen heeft" en dat hij hulp en bijstand had toegezegd gekregen van de koning van Frankrijk om de oorlog tegen Philips te hervatten en de vergadering om hulp vroeg. Willem wil alvast protesteren tegen alle nadelen die uit het hervatten van de vijandelijkheden voortvloeien. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst |