Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 208

Nummer 208
Datum tussen 04-12-1537 en 16-12-1537
Documenttype rapportage
Plaats Nijmegen
Vergadering 02-12-1537
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
GA Venlo OSA Afschrift 1227-2 1-23 pdf
Incipit Voirgebrachte articulen upter lantdaichfairt avermitz bannerhern, ritterschap ind steden der alinger lantschap van Gelre ind graeffschap van Sutphen bynnen der stat Nyemegen geschiet ind gehalden umdtrint Conceptionis Marie semper virginis anno XVc soevenindderttich.

Item up sondag post Andree then drien uren naemiddaige geschickte ind verordende raidtzfrunde der stat Venloe tot Nyemegen gekoemen, hebben uns die van Nyemegen oer lantzknecht under Oeijen tegen geschickt ind syn affgestanden ind gelogiert in Conrart van Doerrincks huyss.
Item des maendachs den dach die stede ind ritterschappe der van Zutphen halven die noch aldair niet waerenn, verwaerdt ind aver all niet getractiertt.
Item des dinsdaeges smorgens vroech then sess uren synt die semptliche stede verscheiden intt raethuyss to Nyemegen to koemen yeder voir syn hoefft gevraight off sy oich by den anderen halden woldenn off niett.
Explicit Die andere punten ind articulen in dieser antwordt niet uitgedruckt, will myn gen. l. heer gesteaden ind believen wanneer verlycken is dat verdrach ind sloten van den hilicken ind van den penninck, die syn f.g. eyns ind jairlix tot underhaldonge synre f.g. staet hebben sullen als dat toegesacht voir ind meer geluydt hefft.
Oirkonde mijns gen. l. heren hertoegen van Gelre etc. gewoentlicken hantteickens ind secreetz ziegels hierop gesath den XVI en dach decembris anno Domini etc. XXXVII. Charles.
Regest Verslag van afgevaardigden van Venlo over de bijeenkomst van enige steden in Nijmegen over hun geschil met hertog Karel. De steden verklaren op dinsdag 4 dec. dat zij verenigd zullen blijven. Zij horen het voorstel van de heer van Broekhuizen, afgezant van de hertog, om Gelre na de dood van Karel te laten vererven op de "soen van Lottryngen" en die te laten huwen met een dochter van de Franse koning of met een andere vorstin. Zij wijzen dit voorstel van de hand. De steden horen voorts het verzoek om bijstand aan van Joachim heer van Wisch die in conflict met de hertog is geraakt (3-4).
Op woensdag 5 dec. besluit de vergadering dat Batenburg, Broekhuizen en Gribben naar hertog Karel zullen gaan om te vragen of hij wil instemmen met een huwelijk tussen Lotharingen en Kleef en het vertrek van het krijgsvolk (5-6).
De vergadering hoort op vrijdag 7 dec. Lubbert Turck, heer van Hermerden, aan die Gelre en Zutphen opeist voor Karel V (6-8). Op zaterdag 8 dec. overleg Nijmegen, Zutphen en Venlo over onderling verbond om splitsing van vorstendom te voorkomen en om eensgezind te zijn tegen nieuwe vorst. Arnhem krijgt concept maar wil eerst consultatie met haar kwartier (8-9). Dezelfde dag keren afgezanten van hertog Karel terug, die op zondag 9 dec. te horen krijgen dat Nijmegen, Roermond, Zutphen en Venlo zich verbonden hebben en andere steden mogen toetreden tot hun verbond (11). Dezelfde dag komt afgezant van de hertog van Lotharingen aan, waarna besloten wordt de heren van Batenburg, Broekhuizen en Gribben als afgevaardigden naar de hertog van Kleef te zenden. Zij moeten vóór donderdag antwoord meebrengen (13). Melding dat de raden van Kleef naar hertog Karel te Arnhem zijn gegaan (13). Op vrijdag 14 dec. komen zij te Nijmegen aan (14), met afschrift van hun instructie (14-16) en instemming van hertog Karel van 12 dec. 1537 (17-19).
De steden stellen een lijst van verlangens op die de heren van Batenburg, Broekhuizen en Gribben naar hertog Karel zullen brengen en waarop uiterlijk zondag 16 dec. antwoord zal volgen; gevolgd door afschrift van de "Gedencken cedull" (19-21) en antwoord van hertog Karel (22-23).
Opmerking tekst De tekst heeft de volgende geïnsereerde akten: 1. Verzoek van Joachim heer van Wisch aan de steden om hem te ondersteunen in zijn geschil met hertog Karel; 1 december 1537 (3-4) 2. Instructie van de afgevaardigden van de hertog van Kleef; Kleef 14 december 1537 (14-16) (=Nijhoff nr. 1916). 3. Volmacht van hertog Karel aan de afgezanten van de hertog van Kleef om te bemiddelen in zijn geschil met de steden; 12 december 1537 (17-19) (=Von Below, p. 250-251) 4. Lijst van verlangens van de steden ten aanzien van het landsbestuur, de "Gedencken cedull" (19-21). 5. Antwoord van Karel op deze lijst; 16 december 1537 (22-23).