Details van document 209
Nummer | 209 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | tussen 12-12-1537 en 21-12-1537 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | desiderata | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 02-12-1537 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Articulen upter lantdaichfairt to Nijemegen bij banerheeren, ritterschap ind stede dieser alinger lantschappen des furstendomps van Gelre ind graeffschappen van Zutphen verraempt. Item in den iersten, alsoe unse gnedige lieve heer hertoich van Gelre etc. diese tegenwordige lantdaichfairt under anderen bewillicht ind geconsentiert hefft to handelen opten tractaet des hilicks hierbefoerens tusschen den hertouche van Lottrijngen ind Clieve aingehaeven syn mach, als dat die alste zoen van Lottringen hertouch Franciscus ind die anderde dochter van Clieve vrouwe Anna verhilickt zolden werden, ind nu mede bij der lantschappen bedacht die verdedonghe ind beschermmenisse des furstendomps Gelre ind graiffschap Sutphen bij hoichgemelte hertougen van Lottryngen sonder groete verderffenisse der andere sijner f. gen. landen sweerlich syn zolde the underhalden, hebben banerheeren, ritterschap ind stede voirs. voir guet aingesien eynen hilick tusschen den jonghen fursten hertouch Wilhem van Clieve etc. ind der dochter van Lottryngen, umb die voirs. furstendom van Gelre ind graeffschap van Sutphen ain die furstendomme ind lantschappen Clieve, Guylich ind Berghe tsampt die graeffschappen Marck ind Ravensberch mit oeren toebehoer ind ainhanck bij eyn anderen ind under eyn beschudde ind bescherme to blyven |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Item off der almechtige Gott schickten ind voeghden unse gen. l. heer van Gelre voirs. echte lyffs erven noch gewijnnen ind naeliet, sall alsdan indem fall diese lantschap oers eydtz den fursten van Clieve gedain widderumb untslaegen syn, bij alsoe datt den Cliffschen alsdan ierst oer uithgelachte pennongen widderumb gerestituirt werden. Beheltlicken oick altijt onser gnediger furstynnen oere gnaden duwarie ind tocht nae vermoegen hilicks voirwairden dair van spreeckende unverkort to blieven. [Op dat dan alle dese vuerss. puncten ind articulen van oer beijden ff.g. ind der selver erven stantafftich ind van weerden achtervolcht ind geholden werden, begeert de lantscap idt selfde all soe wall van onss gen. l. heren van Gelre als van Cleeve mit seegele ind breve oere beijder ff.g. versocht ind bevesticht, daer toe voert allet van ritterschap, steden ind anders besegelt toe werden woe vuerss. steet.] |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | De landschap stelt een uitvoerige lijst van verlangens en voorwaarden op met betrekking tot het landsbestuur en de aanname van de hertog van Kleef als beschermheer en toekomstig landsheer. Zij verlangen onder meer dat de hertog van Kleef en diens erven geen oorlog begint zonder hun instemming, dat hun privileges en voorrechten worden erkend en nageleefd en dat er enkel Geldersen in ambten worden benoemd. Tevens zijn er bepalingen over de verkoop van graan en het brouwen van bier en het opheffen van de vesting in Duisburg. De landschap wil dat er uit elk kwartier twee leden van de ridderschap worden benoemd tot raad van de hertog van Gelre (32). De landschap mag altijd een landdagvaart houden en elke hoofdstad mag zijn kwartier bijeenroepen zonder bestraffing van de landsheer, indien dit noodzakelijk wordt geacht (33). De hertogen van Gelre en Kleef zullen de heer van Wisch genade schenken en toestaan dat zijn geschil met de graaf van den Berghe door de landschap wordt afgehandeld (33). De beide hertogen zullen deze punten bekrachtigen door middel van bezegeling (34). De landschap is ontslagen van de eed van trouw aan de hertog van Kleef als de hertog van Gelre nog legitieme kinderen krijgt en de duwarie van de hertogin van Gelre zal nageleefd worden (35). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst is ongedateerd, maar moet opgesteld zijn na de toestemming van Karel van Egmond om over de huwelijkskwestie van Kleef te onderhandelen en voor de toekenning van een jaargeld aan Karel op 21 dec. 1538. De tellingen van de items in de afschriften verschillen. Het explicit tussen [.…] komt enkel bij Bondam 221 voor. Het afschrift van Zutphen heeft op f. 4v de minuut van de eed van trouw die Nijmegen (?) aan de hertog van Kleef als beschermheer en toekomstige landsheer gezworen heeft met de toevoeging: Opten sondach nae Conversionis Pauli [1538 jan. 27] huldunghe tNijmegen geschiett. |