Details van document 219
Nummer | 219 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 17-05-1566 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | aanwijzing | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Zutphen | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 16-05-1566 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Instructio van den bannerheren, verordenten der bannerheren, ritterschappen, hoifft ende cleine steden des furstendombs Gelre ende greffschap Zutphen gegeven des walgeboren graven tho den Berghz etc. gesanten, Gerit Ingen Nuijlant, [open] ende Cornelis van Wese. Sullen die selve sich beflijtigen irstdachs ende alsbald moegelick up Bruissel tho reisen ende aldair bij eijn anderen wesende in name des alingen furstendombs Gelre ende greffschap Zutphen der hochgeboren furstinnen hertoginnen tho Parma, Plasance, generael regentinne |
||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Ende van tghene denselven deputierden dairup bejegent, sulx sullen oir l. ende erss. upt spoedeligst wederom reportiren ende verstendigen der alinger lantschap off an den verordenten der selver, nae dat der saicken gestaltenisse ende noitturfft na gelegenheit uijtheisschen dairnae dat gemeine beist to bevorderen in aller billicheit ende mit redenen. Aldus verordiniert ende verdragen bijnnen der stat Zutphen op den seventienden dach der meijmaindt XVc sessendesestich. In orkond der wairheit mitter stat secreittsegell van Zutphen bevesticht. |
||||||||||||||||||||||||||||
Regest | De bannerheren, ridderschap en steden stellen instructies op voor de graaf van den Bergh, Gerit Ingen Nuijlant en Cornelis van Wese (en een vierde niet genoemde afgevaardigde) om naar de regentes in Brussel te gaan. Zij moeten haar met name spreken vanwege de kanselarij-ordonnantie, de bevestiging van de landrechten van landrechten van de kwartieren Arnhem, Nijmegen en Zutphen en de zaak Johan Eijgenman en Johan Toenen. Tevens dienen zij voor hun vertrek doctor Elbert die Lewe te vragen wanneer doctor Philip Cobelius terug zal zijn van de rijksdag te Augsburg, aangezien hij bij deze kwesties nauw betrokken is. | ||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Het afschrift van Nijmegen heeft op f. 125 het opschrift: Instructien vor den verordenten der lantschap gegeven in maio anno sessendesestich, dair is nyet achtervolcht sonder verbleven. |