Details van document 222
Nummer | 222 | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 04-11-1566 | |||||||||||||||||||||
Documenttype | rapportage | |||||||||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | |||||||||||||||||||||
Vergadering | 04-11-1566 | |||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||
Incipit | [Wes ther Nijmmegen den IIII novembri bij veroirdenten der bannerhern ind gedeputijrden der ritterscap ind stedefrunden des furstendombs Gelre ind greffscappe Zutphen verhandelt ist.] Als ierstlich durch der burgermeester Merten van Aelst die gesanten der bannerheren, gedeputirden van der ritterschappen ind stedefrinden willekoemen geheiten [ind man sich der selviger ankompst bedanckt gehadt etc.], ist durch mr. Johan den Nijmmegshen secretarien vorgelesen welchen maten die hoefftstede als ghijsteren den aevent bijnnen Nijmegen mitten gedeputirden in to komen verschrieven weren, ind dat eijn jeder hoeffstat mit ires quartirs |
|||||||||||||||||||||
Explicit | ind begerden dat die III quartiren uns van Ruremunde ind Venlo wie darnae noch twemal geschiet ermanen ind warschouwen wolden unse verderven to schutten ind unser previlegien to gedencken wie der stathelder geschrieven ind gewarschouwet hedde. Welch wir angenamen den burgeren to reportiren. Ind sijndt darnae vier verordenten uter jeglicher quartir omer up Bruessel to reijsen, ind aldar sich to finden laten huijden manendag to XIIII dagen. Utzer den quartir van Ruremund Wilhem van Merwich. Acti den IIII novembris bijnnen Nijmegen anno LXVI. [Roermond:] ind begerden dat die drije quartijren die van Ruremunde ind Venlo (wije dairrnae tot tween verscheiden reijse geschiet) ermoeijen ind wairschouwen wolden unse verdorven thoe schutten ind unser previlegien thoe gedencken wije unse g. here stathelder auch geschreven ind dar waierschouwongh gedaen. Wijlches der gesandten van Ruremunde angenoemen den burgern thoe reportyren. Und sijndt dairnae vier verordenten uijt jeglicker quartijr eijner up Bruessell thoe reysen ind aldair sich fijnden thoe laiten huijden mandach thoe XIIII dagen. Uyter den quartijr van Ruremunde Wijlhelm van Merwijeck. Actum den IIII novembri anno LXVI. |
|||||||||||||||||||||
Regest | Verslag van afgevaardigden van het Overkwartier van deze vergadering, afgaande op het gebruik van "uns van Ruremunde ind Venlo". De aanwezigen constateren dat zij geen gehoor vinden bij de stadhouder om een landdag bijeen te roepen om de orde en rust te bevorderen; zij besluiten een eigen gezantschap naar de hertogin van Parma te zenden. |
|||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst van Roermond is meer formeel in stijl en gebruikt geen wij-vorm; er zijn dan ook kleine tekstuele verschillen met Venlo. Het opschrift van Roermond ontbreekt bij Venlo, evenals de passage tussen [...], maar verdere vergelijking is niet gedaan. |