Details van document 251
| Nummer | 251 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 20-02-1571 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | reces | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 19-02-1571 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Namen der personen so tot Arnhem erschenen sijnt Ex parte Novemagensium Gerit van Oy ritterschap; Henrick van Ghent heer tot Ghent; meister Arndt Denis; Herman van Rijswick meester van Sinter Claes; Johan van den Have secretarius der stat Nijmegen [...] Die verordente der bannerheren, ritterschappen, huefft ende cleijne steden der dry quartieren Nymegen, Zutphen, Arnhem synt erschenen up die raitkamer bynnen Arnhem den XX ten februarij anno LXXI aldair geproponirt is van mr. Abraham van den Gier dat die ordinantie van crimineel justitie publicirt is ende tho gelaten drij maenden umb die beswerernis der onderdanen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | Ende nha befunden sullen up die princepael legation twe van den bannerheren ende twe van die ritterschappen ende twe van der steden uyth jeder quartier durch verwittigungh der huefftstat Nymegen sich by eyn anderen up Nymegen versamelen ende fuegen mit malckanderen to reysen tho hove tho befurderen die gemeyne saicken der landtschap mit volmacht under secreet segell der stat Nymegen gepassirt. Aldus veraffgescheit ende accordirt den eynentwintichsten dach februarii anno vijfftien hondert eynendeseventich ende bevesticht mitten secreet zegell der stat Arnhem. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | De Staten van Gelderland constateren dat de ordonnantie van criminele justitie drie maanden was uitgesteld en besluiten een nieuw uitstel voor drie maanden aan te vragen. Zij wijzen mr. Abraham van den Gier en Dirk Deeus, schepen van Zutphen, als afgevaardigden aan om naar Brussel te gaan. Roermond, Zutphen en Arnhem zullen bezwaren tegen de nieuwe ordonnantie aan Nijmegen doorgeven, waarna die aan doctores in Keulen voor nadere inspectie voorgelegd zullen worden. Men zal een rechtschapen katholiek als rechtsgeleerde naar Brussel meezenden. Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem maken een verdeling van de eerste termijn van de 550.000 Carolusgulden in vier jaar te betalen: de hoofdsteden leveren gezamenlijk 100.000 en de vier kwartieren 50.000. Tevens worden vergoedingen voor de stadhouder, kanselier en koninklijke raden vastgesteld. De vier kwartieren zullen de obligaties op zondag Letare in Arnhem brengen en de volgende dag aan stadhouder geven. Voor de legatie naar Brussel zal elk kwartier 2 personen van de bannerheren, 2 van de ridderschap en 2 uit de steden leveren, die in Nijmegen zullen verzamelen. Zij zullen na terugkeer in Nijmegen hun rapport doen, dat schriftelijk aan de overige hoofdsteden zal worden gegeven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | In de tekst van Elburg staat nog: Opschrift: tDaegs recess toe Arnhem beraempt anno 1571. Wordt uutstel begeert int verclaeren [...] hebbende recht in criminele saecken. Renten sal men betalen na overdracht ten tijde van hertog Carel van Gelre anno 1532. Brief van Staten aan de hertog van Alva, 3-3v Melding over 50.000 Karolusgulden in lijst van zeven punten, 5-5v Aldus veraffgescheit ende accordert den XXI ten dach februarij anno XVc LXXI ende bevesticht mitten secreetsegel der stat Arnhem. (5v) Gevolgd door 8ste en 9de punt, waarin sprake over de betaling van rente, met extract uit overdracht van hertog Karel en landschap uit 1532 (afschrift), 5v-6v. De tekst van Arnhem heeft als afsluiting: Aldus veraffscheit ende accordiert den XXI en dach februarij anno XVc LXXI. De tekst op f. 322-324v heeft presentielijst en die van f. 325-327 niet. |