Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 255

Nummer 255
Datum tussen 05-07-1575 en 06-07-1575
Documenttype reces
Plaats Arnhem
Vergadering 03-07-1575
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief OA Arnhem Afschrift 4687 395-396v pdf
Regionaal archief Nijmegen OA Nijmegen Afschrift 3327 43-44v pdf
Incipit Synt bynnen Arnhem opt raithuijs erschenen den vijfften julii anno LXXV.
Joerien van Keppell drost totter Wilderborcht; mr. Abraham Gier der rechten licentiat, gesanten der frouwen to Stierum bannerfrouwen; Gerit van Oij heer tot Oij borchgreve; Gerit Ingen Neulandt; Herman van den Poll, ritterschappen des Nijmegeschen quartiers; mr. Johan Poijn raitzfrundt; Johan Kolffken renthmeister; Johan van den Have secretarius der stat Nijmegen.
[...]
Ende bij den Arnhemsen burgermeister die salutatien gedain sijnde, hefft mr. Johan Poeijn, Nijmegescher burgermeister, voergedragen dat op schrijven eijns erberen raitz der stat Zutphen aen die hoifftstadt Nijmegen dese bijkompst beraempt were ende die onscholt van die Ruremundischen quartier verlesen, daernhae allerleij op voergefallen beswernis communicatie gehalden sijnde, hebben die verordente doin verlesen idt leste schrijven des heren commendador maior datiert den XXVI meij lestleden.
Demnae voir raedtsam befonden dat die licentiaet mr. Abraham Gijer sall helpen instellen neffens die secretarissen der steden Nijmegen, Zutphen ende Arnhem die beswernissen ende dat mit onderscheit ende nae qualiteijt der saken.
Explicit alsulcke gebreken ende zwaricheiden opt bequamst ende spoedelickst tot dienst Con. Majts. ende wolfart der landtschap soll moegen bejegenen? om affgeholpen to worden.
Daermit die verordente van malcanderen gescheiden sijn diese saicken Gott almechtig ende den tijt bevehelende. Actum then daege ende in den jaire vurs.
Regest De vergadering krijgt concepten met betrekking tot de criminele justitie voorgelegd ter goedkeuring. Afgevaardigden spreken op 6 juli de stadhouder die net is gearriveerd, over de overlast van ruiters en knechten. Hij verklaart dat de soldaten weldra naar Brabant zullen vertrekken. Ook de criminele justitie en andere zaken komen aan de orde.
Opmerking tekst De tekst van Nijmegen is op diverse plaatsen zodanig verbleekt dat die niet of nauwelijks meer leesbaar is. Nijmegen zegt dat de stadhouder op woensdag 7 juli aankwam, maar 7 juli was in 1575 een donderdag. Arnhem heeft dan ook inderdaad woensdag 6 juli.