Details van document 288
| Nummer | 288 | |||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | tussen 07-06-1571 en 08-06-1571 | |||||||||||||||||||||
| Documenttype | reces | |||||||||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||
| Vergadering | 07-06-1571 | |||||||||||||||||||||
| Archief |
|
|||||||||||||||||||||
| Incipit | Sijnt bijnnen der stat Arnhem erschenen op die raetkamer to voirmiddach den VII en junii anno 71: Derrick van Rijswijck schepen ende raetzfrundt Johan Hoijtmaker meester van Sinter Claes Johan van den Haeve secretarius der stat Nijmegen. Henrick van den Cappell burgermeester Henrick Golstein raetzfrund Christoffell Dubbelden secretarius der stat Zutphen. [...] Ende hebben verhoert die missive ons g. heren statholders graven tot Megen, ende daerop communicatie gehalden, demnhae die verdeilongh van den vier quartieren vurgenomen is van hondert M Carolus gulden, hierbevoren gedaen ende volgens particulier subdivisie aen onss g. heren statholder, cantzeler ende raeden oer vereherong ende den landtrentmeester oeck betalongh to doen van hondert dusent Carolus gulden etc. |
|||||||||||||||||||||
| Explicit | Aen Schetz sullen betaelen die amptluijden in den Nijmegisschen quartier prima augusti 8.775 Carolous gulden 10 st. Brab. Ruermund 320 gld. Brab. 14 B. st. Zutphen 2.523 gld. Arnhem 3.630 gld. Brab. 17 B. st. Summa 15.260 Carolus gulden. Dat selve ijss accordiert ende beraempt van tegenwoordige raitzfrunden in meinonge daerop voert tho faeren. Geschiet den VIII en junii anno LXXI, doch allet op behaegen ende waelgefallen der alinger landtschap. |
|||||||||||||||||||||
| Regest | Verslag van de vergadering met presentielijst. De afgevaardigden komen een verdeling van de eerste termijn van de 100.000 Karolus gulden van 22 februari 1571 overeen: Nijmegen 32.456 g., Roermond 25.433 g. 7 st, Zutphen 19.300 g. en Arnhem 22.810 g. 13 st. Zij stellen tegelijkertijd de bedragen vast voor de verering van de stadhouder, de kanselier, de landrentmeester en andere vorstelijke ambtenaren. Ook doctor Frederik Boeymer zal een vergoeding krijgen voor zijn onkosten in dienst van de landschap gedaan te Bergen in augustus 1570. De vaststelling wordt bemoeilijkt door het ontbreken van afgevaardigden uit het kwartier Roermond. Met betrekking tot de criminele justitie wordt besloten om het kwartier Roermond om raad te vragen en lieden als mr. Anthonis Jugenhorst? of doctor Johan Hardenrhede te raadplegen. |
|||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst |