Details van document 301
Nummer | 301 | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 31-05-1579 | |||||||||||||||||||||
Documenttype | aanwijzing | |||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||
Vergadering | 21-05-1579 | |||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||
Incipit | Alsoe die vier quartieren des furstendombs Gelre ende graefschaps Zutphen om seeckere nootsaeckelicke und pregnante redenen tot waelvaert des gemeinen vaderlants goet genoegen te hebben, in conformité van t vierde articule van de Naerdere Union die munte van Coninglyke Majesteit bynnen Nyemegenn met allen synen gerechticheyt ende ancleven van dien tot het gemeyn besteden te vangen ende te employeren, doch meede aenmerckende | |||||||||||||||||||||
Explicit | Ende soe eenige swaericheden voirvielen, sal die muntmeester sich vuegen by Gerrit van Oy heeren tot Oy borchgreve ende Caerl van Lynden amptman in Overbetuwe omme daerinne te versien nae gelegentheid by sich oft mit toedoen eenige van der landschap. Aldus gedaen den lesten dac may anno duysent vijf hondert LXXIX. | |||||||||||||||||||||
Regest | De vier kwartieren stellen Jacob Jansse die jonge aan tot muntmeester particulier van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, omdat zij de muntmeesters in Nijmegen hebben ontslagen. | |||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De aanstelling wordt gevolgd door de ambtseed van Jacob Janssen die jonge op 31 mei 1579 en een verklaring dat deze zijn ambt heeft overgedragen aan zijn zwager Jacop Derixsen Alewijn omdat hij een aanstelling als muntmeester in de munt van Holland in Dordrecht heeft aangenomen, van 20 mei 1580 in Arnhem. |