Details van document 326
| Nummer | 326 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 24-09-1577 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | aanwijzing | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Nijmegen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 18-09-1577 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Wij gedeputierden der bannerhern, ritterschappen ende steden der furstendombs Gelre ende graeffschaps Zutphen doen kundt, dat in anschouw van den tegenwoerdigen gefharlicken tijden, sampt lasten ende swaricheit, die daer uuijt desen landen ende onderdaenen derselver soe bij den moetwill der Hoechduytschen soldaten allgereetz toegefueght yss, ende vorder derenthalven ende anderssins anvallen muchten, insonderheit aingemerckt dat dese landen geenen tegenwoerdigen statthalder tot schutz ende scherm oerer, en hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | allet ferneren inhalts der schadeloess brieven den gedeputierden van eenen jederen quartier vurs. daer van gegeven, ende mijtgedeilt in alsulcker ende gelicker gestalt, als den gesandten des furstendombs Gelre ende graefffschaps Zutphen opten Ricksdach to Regensburch bij hochstlofflicker gedachten keijser Kaerll den Vijfften affgeferdicht, verleent ende mijtgegeven geweest zijn, allet sonder argelist. In oirkunde der waerheit soe hebben wij verordente der bannerhern, ritterschappen ende steden vurg. ditselvige mijt der statt Nymegen secreet segell, dat welcke wij hier inne dijtmaill gebruijcken, besegelt ende bevesticht. Gegeven in den jaer onss Hern duijsent vijffhondert soeven ende tsoeventich opten XXIIII dach des maents septembris. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | De Staten van Gelderland geven commissie en volmacht voor het college van Gedeputeerden vanwege het ontbreken van een stadhouder om landszaken te behandelen, dit tot wederroepen. Het gaat om Arnt van Boenenburch genant van Hondstein heer tot Ubbergen; Bartholdt van Genth heer tot Loenen; Gerrit Ingen Nulant en Alardt van Bemmell ridderschappen; Gerrit Kanis en Dirk van Rysswyck, raadsvrienden van Nijmegen; Johan van Wittenhorst heer totter Horst; Bertram van den Bylandt heer tot Walbeck; Adolf van Goer tho Caldenbroick en Engelbert van Brembt drost tot Stralen, ridderschappen; Frans van Hueckenhaven burgemeester tot Roermond en Johan van Greverait burgemeester tot Venlo; Mauris Ripperda; Jacob van Hekeren; Frederik van Marlhuysen en Dirk van Keppel in de Voerst; Joseph van Arnhem; Johan Hackfordt; Rycquyn van Essen dijkgraaf en Dirk Ryperbandt en twee gezanten die door Zutphen en Arnhem telkens zullen afvaardigen. Wy gedeputierden der bannerheren, ritterschappen ende steden des furstendombs Gelre ende graeffschaps Zutphen doen kunt, dat in anschouw van den tegenwoerdigen gefharlicken tiden, sampt lasten ende swaricheyt, die daer uyth desen landen ende onderdaenen derselver soe by den moetwill der Hoechduytschen soldaten algereetz toegefueght yss, ende vorder deerenthalven ende anderssins, anvallen muchten, insonderheit aengemerckt dat dese landen geenen tegenwoerdigen statthalder tot schutz ende scherm oerer, en hebben…. allet ferneren inhaldt der schadeloess brieven den gedeputierden van eenen jederen quartier vursz. daer van gegeven, ende mytgedeilt in alsulcker ende gelicker gestalt, als den gesanten des furstendombs Gelre ende graefffschaps Zutphen opten ricksdach to Regensburch by hoichstlofflicken gedachten keyser Kaerll den Vijfften affgeferdicht, verleent ende mytgegeven geweest. In oerkunde der waerheit soe hebben wy verordente der bannerheren, ritterschappen ende steden vurgl. dieselvige myt der statt Nymegen secreet segell (dat welcke wy hier inne dytmael gebruycken) besegelt ende bevesticht. Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vyffhondert soeven ende tsoeventich opten XXIIII dach des maents septembris. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst van Harderwijk mist bij de slotpassage de vermelding "allet sonder argelist", evenals Bondam. |