Details van document 349
| Nummer | 349 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | tussen 10-03-1578 en 16-03-1578 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | reces | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 10-03-1578 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Nae dat opten X en martij 1578 die lantschap binnen Arnhem opt Hoff biden anderen erschenen wass, edoch nijemantz meer van den bannerheeren dan die gesanten der gravijnnen van Bronchorst ende frouw toe Wijsch is vuer irst verlesen, zekere presentatie bi den heeren van Aenholt durch Jacob van Oemeren amptman schrijfftlich ingegeven, betreffende id onderteijckenen der Union, onder conditie dat tselve onnadelich sijn zolde der heerlicheijt Aenholt, dat die lantschap sol onderholden id garnisoen aengenomen ende nae noettrufft ferner aen toe nemen tot bewaeringhe des huijses Bredevoertz, dat men sol restitueren alsolchen geschiet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | daermede die verderfflicke schaede der onderdanen vermijndert mach werden, sunst en sal men niet kunnen ombgeven durch de gedeputierden der lantschap toe schrijden tot executie bij sine f.d. decerniert. Actum den XVI en martij 1578. Op Engelbrecht van Brempt is oeck ingestelt een commission omb tot behouff der lantschap ter oersaecken in die selve commissien gemeldet op te nemen die somme van vijerendetwintich duysent gulden. Aldus gedaen opten vurs. lantdach die opten X en martij begonnen ende opten XVI en geeijndet is in den jaere XVc LXXVIII. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | Verslag van de vergadering gevolgd door diverse supplicaties. Er wordt onder meer gesproken over: - de heer van Anholt wil onder bepaalde voorwaarde de Unie onderschrijven, mits hij onder meer toegelaten wordt tot de preeminentie van de bannerheren. - men hoort het verslag van de afgevaardigden naar Brussel en stelt brieven op voor Matthias en Willem van Oranje. - men spreekt met de kanselier over het erkennen van Matthias als "generale gouverneur". - men behandelt een verzoek van de Staten van Overijssel over bijstand tegen ruiters in Deventer. - men constateert met betrekking tot de lijst van de generale middelen dat er veel goederen opstaan die niet of nauwelijks in Gelre verhandeld worden; daarom besluit met een geldsom beschikbaar te stellen voor de Staten Generaal voor "gemeyne zaecken". - men bespreekt de noodzaak tot fortificatie van de steden in afwachting van de nieuwe stadhouder en stelt regels op voor de recrutering van soldaten in de steden en op het platteland. - men stelt 3000 gulden beschikbaar om het afdanken van de drie vendels eindelijk te regelen en eventuele schade door deze vendels veroorzaakt te vergoeden. - men constateert dat Tiel, Zaltbommel, Tielerwaard en Bommelerwaard weigeren hun quota te betalen en dit zal doorgegeven worden aan Matthias, Willem van Oranje en de nieuwe stadhouder. - men zal gaan procederen tegen degenen die nog altijd niet de Unie onderschreven hebben. - men zal maatregelen nemen tegen rentmeesters die weigeren hun rekeningen op te maken. - men zal actie ondernemen tegen Zaltbommel die de inkomsten van de tol niet wil leveren aan de landschap. - men stelt commissarissen aan om de financiële toestand van de landschap vast te stellen. - behandeling supplicaties van Venlo, Zutphen, de heer van Doerenweert, de Staten Generaal - men stelt schadeloosstelling op voor degenen die de landschap geld lenen. - men stelt de discussie over het aannemen van de Unie van december 1577 uit omdat velen al vertrokken zijn of geen goede volmacht hebben. - behandeling supplicaties Wolter van Bueren, de heer van der Horst, Hoen en Martin Schenck, de graaf van Hohenloe. - behandeling van regeling van afbetalen van onkosten en de vendels. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst van Harderwijk eindigt bij f. 201v van Arnhem; er is niet nagekeken of het vervolg er ook in staat. |