Details van document 356
| Nummer | 356 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | tussen 18-09-1578 en 27-09-1578 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | reces | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 18-09-1578 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Alsoe die waelgeboeren heer Johan grave toe Nassouwe, Catzenelnbogen, Vianden und Dietzt etc., stadtholder und capiteyn generael der furstendombs Gelre und graefschapz Zutphen tegen den 4 en dach septembris 78 verscheidener hoechwichtigen lantsaicken den gemeynen lantdach genedelijck uuytgeschreven had, onder anderen omb middelen ende raet van pennongen ter onderhalt der soldaten in dienst der lantschap wesende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | Men sal schrijven aen den grave toe den Berghe omb aver toe seynden XXVI hondert gulden daermit die obligatie van Brempt tot behouf den graven van Moers gequieten sal worden. Opten irstkomenden quartiersdach te resolvieren of men oeck enigen van wegen der lantschap wider bi den Staten Generael af te verdigen noedich eracht. Als oeck in die Kamer van behulp. Aldus gedaen bynnen Arnhem in septembrij XVc LXXVIII. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | Verslag van de landdag met bijlagen van A t/m L, waarin onder meer wordt behandeld: - men besluit op het verzoek van de afgezanten van de Staten Generaal om inwilliging van de generale middelen, dat die onder bepaalde voorbehouden worden toegestemd. - men discussieert over de aanstelling van een nieuwe Raad en de bevoegdheden van de bannerheren hierin, waarna de stadhouder nieuwe raadsheren aanwijst uit een nominatie. - men bepaalt dat ambtslieden, drosten en officieren inheemsen moeten zijn. - men besluit een visitatie in de Rekenkamer te doen, maar de kwartieren Roermond en Zutphen zeggen hiervoor geen volmacht te hebben. - de afgevaardigden van Overijssel dringen aan op belegering van Deventer; men stelt commissarissen aan die leningen hiervoor moeten afsluiten bij particulieren. - de stadhouder vraagt geld om onderhoud van de troepen met verwijzing naar een schuld aan de graaf van Moers. - men wijst Adolf van Goer en Goessen van Varick aan om 12.000 gulden te beheren. - Nijmegen krijgt een schadeloosstelling voor het aankopen van buskruit. - men besluit na klachten van afgevaardigden van Utrecht dat men voortaan Utrechts bier niet langer als uitheems maar inheems bier zal belasten. - men zal klacht van Jorien Graven over voorgeschoten gelden op 12 oktober in Arnhem behandelen. - men stelt regeling op voor de betaling van het krijgsvolk van Stupen. - men voelt weinig om een nauwere unie af te sluiten met Holland, Zeeland en Utrecht; Zutphen en Arnhem zullen zich hierover nader beraden. - men wil de instructie van de kanselarij, opgesteld in 1565 met medewerking van Leoninus, laten bekrachtigen door de hogere overheid en wijst hiervoor commissarissen aan. - men acht het raadzaam dat de kanselier en raden in Arnhem blijven om de lopende zaken voor de landschap te behartigen. - men zal de kwartierdagen voorleggen of er nieuwe gedelegeerden naar de Staten Generaal moeten worden gezonden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De bijlagen zijn: A - Instructie van de Staten Generaal voor Willem de Merode en Andries Buss. B - Brief van Matthias en de Staten Generaal over de generale middelen. C - Rapport van bezwaren naar aanleiding van deze brief. D - Antwoord van bannerheren met betrekking tot de generale middelen. E - Voorbehoud van enige afgevaardigen bij de instemming van de generale middelen. F - Discussie over de aanstelling van nieuwe raden. G - Idem. H - Aanwijzing van nieuwe raden. J - Notitie van de stadhouder voor afhandeling landszaken als domeinbeheer. K - Stuk over de Rekenkamer. L - Discussie over Deventer. De tekst in Hs 5c is ontleend aan het verloren gegane Boecx der stadt Zutphen d'anno 1578, geteikent D. |