Details van document 370
Nummer | 370 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 19-03-1579 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | memorie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 18-03-1579 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Memoriael ende verteeckenisse etlicher puncten daervan men op den jetzigen landtdach te raedtslagen ende te handelen heeft. Ierstlick is te bedencken wat den gedeputeerden die naer Antwerpen achtervolgende der fursten durchl. des ertzhertogen schrijven op die Generale vergadering geschickt werden sullen, te bevelen ende vore een instruction ende volmacht mede te geven sij. Ten anderen, alsoo hoochstgedachte fursten durchl. aen den heeren stadtholder geschreven ende bevolen heeft, dese landtschap te willen proponeren ende deselve daertoe te induceren dat drij maenden naer een ander, seven ende twintich duijsent guldens ter maendt tot onderhaldinge des gemeenes crijchsvolckx in desen furstendom ende graeffschap opgebracht |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Ten dierthienden, op dat men ten allen tijde in val der noot, met een nootdrufftige aental peerden moge gefast zijn ende daer mede allen onversienlicken in val des vijandts wederstandt doen konde, man den gedeputierden die naer Antwerpen affgeveerdicht sullen werden, bevelen om weder oprechtinge der Geldersche bende aen te houden ende soude hier toe oijck dienen, dat men ordonnantie maecke, welcker gestalt die leenluyden in sulcken vallen mochten op te vorderen sijn. Geschreven unnd exhibiert to Arnhem den 19 martij 1579. Uuyt bevel van zijner genaden Everhardt van Reidt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Lijst van dertien punten die namens de stadhouder aan de landschap zijn voorgelegd om tot besluiten erover te komen: 1. Instructie afgevaardigden naar Antwerpen. 2. Het leveren van 27.000 gulden voor drie maanden ter onderhoud van de troepen. 3. Maatregelen tegen overlast vanuit de huizen Bleijenbeek en Well. 4. Regelen van bescherming voor eventuele aanslagen op steden in Gelderland. 5. Opbrengen van generale middelen. 6. Regeling om uitstaande schulden te inventariseren. 7. Regeling achterstallige betalingen aan het krijgsvolk. 8. Bouwen van versterkingen. 9. Regeling voor het beheer van verpande tienden. 10. Voortgang van het bestuur zonder ernstige blokkering door lokale privileges. 11. Opstelling ten aanzien van de religie. 12. Collaboratie van Johan van Bremt, ex-drost van Geldern. 13. Heroprichting van Gelderse krijgsbende als reserveleger. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst van Zutphen bevat tal van Duitse taalvormen. |