Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 377

Nummer 377
Datum tussen 10-12-1579 en 19-12-1579
Documenttype rapportage
Plaats Arnhem
Vergadering 08-12-1579
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Regionaal archief Nijmegen OA Nijmegen Gelijktijdig afschrift 3331 257-262 pdf
Incipit Om den lantdach van zijn f.d. utgeschreven binnen Arnhem den soevenden dach decembris 79 toe continuijren, zijn van een eerbaer raet der statt van Nijmeghen die ehrenfest ende from Wilhelm van Hoeckelom, borgermeijster in der tijt, Derijck Flemijngh, meijster van sinter Claes, ende Jasper van Utwijck, secretarius, met daertoe gegevene instruction deputijrt worden, die welcke goensdaeghs den 9 a desselvighe maents smorghens sijch op die reijse begheven ende met Gods hulpe des savonts binnen Arnhem zijn aengekommen.
Explicit Des morghens saterdaeghs weder bescheijden, heefft men het reces gelesen, gecollationijrt ende gesloten, latende alle supplicatien, requesten ende alle gemeijne saecken tot acht daegh voir ten naestkomende lantdach om te visitijren, ende op behaghen des lantschaps toe resolvijren, latende in handen Wettens der statt Arnhems secretarij alle requesten.
Onsse heeren sampt andere affgesanten oirloff nemende, om weder nae huijs toe reijsen, hebben die lantschap ende die vergaderonghe bedanckt, nae der herberghe gegaen ende sich op die reijs begevende, zijn des avonts met Gods hulp ende goede voirspoet toe huijs gekomen.
Den 20 ten decembris 1579 in consilio rapportijrt, Utwijk secretarius.
Regest Verslag van secretaris Uutwijk namens de afgevaardigden van Nijmegen over de landdag:
- op 10 december voorlezen van vredesartikelen en andere stukken van Matthias en de Staten Generaal.
- afgevaardigden van de hertog van Gulik en de Westfaalse Kreits klagen over schade door de oorlog aan hun onderdanen.
- de vergadering krijgt stukken over de vredesbesprekingen met A en B voorgelezen, alsook enige private supplicaties en een begroting van de stadhouder, met C.
- op 13 december voorlezen van brieven van afgevaardigden in Antwerpen, met D, E en F.
- Engelbrecht van Brempt, drost van Stralen, eist een geldlening van de landschap terug en de graaf van Hohenlo wil betaling van zijn ruiters in de Nederbetuwe.
- op 14 december nieuwe brieven van delegatie in Antwerpen, met G, en brieven van Mattias en ontvangst van afgezanten van Overijssel die klagen over de schatting, met H. Ook komt er een brief van de keizer binnen over de hervatting van het vredesoverleg in Keulen, met I.
- op 15 december bespreking van diverse particuliere klachten, waaronder die van Tiel over wandaden van enige ruiters van Hohenlo.
- op 16 december geeft de stadhouder mondeling toelichting op een memorie die hij de dag tevoren had ingediend. Hij verzoekt om naast graaf Frederik van den Bergh en doctor Boeymer nog enige lieden uit de ridderschap aan te wijzen om hem bij te staan in belangrijke landszaken. Er worden inderdaad uit alle vier kwartieren personen benoemd.
- op 17 december worden gedeputeerden aangewezen om de artikelen van het reces door te lezen.
- Lubbert Turck, heer van Hemert, meldt het innemen van zijn huis gelegen aan de Maas, waaruit de vijand veel schade aan Gelderland kan toebrengen.
- Floris Thijn, advocaat van land en stad Utrecht, en enige personen van het college van de Nader Verbonden Provinciƫn beschuldigen Gelderland dat zij afgevaardigden naar het vredesberaad te Keulen wil zenden, terwijl op de Staten Generaal in Antwerpen anders is besloten. Doctor Boeymer ontkent deze beschuldigingen: er was alleen iemand gezonden om de keurvorsten en vorsten te vragen de besprekingen voort te zetten en hen te bedanken voor hun inspanningen.
- het reces wordt goedgekeurd en alle supplicaties worden in bewaring gegeven aan Wetten, de secretaris van Arnhem.
Opmerking tekst Het verslag werd op 20 december 1579 aan de raad van Nijmegen voorgelegd.