Details van document 394
Nummer | 394 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 24-05-1579 | ||||||||||||||
Documenttype | desiderata | ||||||||||||||
Plaats | [Arnhem] | ||||||||||||||
Vergadering | 21-05-1579 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | D. Aen bannerheren, ritterschappen ende steden. Johan van Lijnen, amptman toe Batenburch, in cracht hebbenden volmacht van sine gen. frouwe qualitate qua, bidt ende begeert nochmaels dat den gesanten der bannerheren, ritterschappen ende steden gelieven wijlle eenmael het recht sine gen. frouwe in qualiteijt wije in bijgefuechte supplication geroert |
||||||||||||||
Explicit | daer oeck sine gen. vrouwe zoen van sine hebbende gerechticheijt ende preeminentie solde worden geexcludiert, wil die volmacht vurs. nu alsdan ende dan als nu opentlich sich van alsulcke weijgeringe betuijcht ende geprotestiert hebben, gedenckende niet meer te contribueren ehr und bevoerens dvurs. verclaringe geschiet sal zijn naer behoeren. Gepresentiert den 24 en maij 1579. |
||||||||||||||
Regest | Johan van Lijnen, amptman toe Batenburch, legt als gemachtigde van de vrouwe van Batenburg een verklaring af over de toelating tot de sessie en de preƫminentie ten aanzien van de heer van den Bergh. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst behoort onder de letter D tot de bijlagen tot de landdag in Arnhem van 23 mei 1579. |