Details van document 397
Nummer | 397 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 09-05-1555 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | reces | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 09-05-1555 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Verbael des landtdaechs to Nijmmegen den IX en maij XVc LV gehouden. Copie. Den IX en dach maij XVc LV wesende die bannerheren, ridderschap ende steden des furstendombs Gelre ende graeffschaps Zutphen versamelt op den Valckhoff binnen de stadt van Nijmmegen, nae dijen den selven gelevert ende openbaerlick gelesen sijn geweest die brijeven van credentie Keijs. Majts. onses allergen. heren soe wel op den her van Hoichstraten als den here van Molenbais, is henlieden die propositie gedaen geweest van woerde te woerde als mede brenght het schrifft hierbij gevueght geteekent A. Waerop die Staeten nae dat den selven op hoerlieden versoeck die vurs. propositie bij deliberatie van Raede schrifftelick geaccordeert was begheert, hebben sich te moegen vertrecken bij quartieren om te delibereren op de antwoerde |
||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | dat ellcke hooffstadt tusschen nu toekommende sonnendach ende XIIII daegen verschrijven soude alle de bannerheren, ridderschap ende cleijne steden haers quartiers. Ende is henlieden geseijt dat men Keijs. Majt. daeraff soude adverteren om te doen assigneren nae de vurs. XIIII daegen eene andere generaele versaemelinghe der lantschap tot sullicken dach ende plaetze als sijne Mat. duncken sal te behoeren. Geschiet te Nijmmegen ten daege ende plaetze als boven. |
||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Verslag van de vergadering met verwijzing naar stuk A (betoog Nicolai) en stuk B (stuk weduwe gravin van Limburg, gravin van Bronkhorst) De heer van Molenbeek geeft na beraad met de Raad het gevraagde uitstel van veertien dagen, maar bestrijdt dat de ridderschap in gering aantal aanwezig was. De Raad heeft ieder lid van de ridderschap aangeschreven, anders hebben leden verzuimd zich in het Ridderboek te laten registreren. De amptmannen zullen hier nadere informatie leveren. Johan van Rossum heer van Broekhuizen de jonge geeft aan dat hij is gemachtigd door zijn oom Maarten van Rossum. |
||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst |