Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 397

Nummer 397
Datum 09-05-1555
Documenttype reces
Plaats Nijmegen
Vergadering 09-05-1555
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
GA Roermond OSA Afschrift 17e eeuw 777 geen afbeelding beschikbaar
Limburgs archief Staten Overkwartier Afschrift 17e eeuw 501 200v-202v geen afbeelding beschikbaar
Gelders archief Hof van Gelre Afschrift 1553 21v-24v pdf
Incipit Verbael des landtdaechs to Nijmmegen den IX en maij XVc LV gehouden.

Copie.
Den IX en dach maij XVc LV wesende die bannerheren, ridderschap ende steden des furstendombs Gelre ende graeffschaps Zutphen versamelt op den Valckhoff binnen de stadt van Nijmmegen, nae dijen den selven gelevert ende openbaerlick gelesen sijn geweest die brijeven van credentie Keijs. Majts. onses allergen. heren soe wel op den her van Hoichstraten als den here van Molenbais, is henlieden die propositie gedaen geweest van woerde te woerde als mede brenght het schrifft hierbij gevueght geteekent A.
Waerop die Staeten nae dat den selven op hoerlieden versoeck die vurs. propositie bij deliberatie van Raede schrifftelick geaccordeert was begheert, hebben sich te moegen vertrecken bij quartieren om te delibereren op de antwoerde
Explicit dat ellcke hooffstadt tusschen nu toekommende sonnendach ende XIIII daegen verschrijven soude alle de bannerheren, ridderschap ende cleijne steden haers quartiers. Ende is henlieden geseijt dat men Keijs. Majt. daeraff soude adverteren om te doen assigneren nae de vurs. XIIII daegen eene andere generaele versaemelinghe der lantschap tot sullicken dach ende plaetze als sijne Mat. duncken sal te behoeren.
Geschiet te Nijmmegen ten daege ende plaetze als boven.
Regest Verslag van de vergadering met verwijzing naar stuk A (betoog Nicolai) en stuk B (stuk weduwe gravin van Limburg, gravin van Bronkhorst)

De heer van Molenbeek geeft na beraad met de Raad het gevraagde uitstel van veertien dagen, maar bestrijdt dat de ridderschap in gering aantal aanwezig was. De Raad heeft ieder lid van de ridderschap aangeschreven, anders hebben leden verzuimd zich in het Ridderboek te laten registreren. De amptmannen zullen hier nadere informatie leveren.
Johan van Rossum heer van Broekhuizen de jonge geeft aan dat hij is gemachtigd door zijn oom Maarten van Rossum.
Opmerking tekst