Details van document 398
| Nummer | 398 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 04-04-1472 | ||||||||||||||
| Documenttype | maatregel | ||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
| Vergadering | 04-04-1472 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Wij burgermeister, scepenen ind rait der stat van Arnhem doen kondt allen luden, so avermitz den gedeputierden der twyer veerdele Nymegen ind Zutphen ind raitz vrunden van den dryen hoifftsteden der lande van Gelre, Nymegen, Zutphen ind Arnhem, nu op dach datum diss brieffs t’Arnhem ter dachffart vergadert, averdragen iss dat | ||||||||||||||
| Explicit | behoiff by een behalden soellen ind dairvan nyet uytgeven noch [sulcx] antasten dan by weten ind consent der deputierde ind der dryer hoifftstede voirs., het en weere dan an den [onkonst] voir Vrynensteyn verdaen ind anderss dat [des?] allz geschien sall by rade, weten ind consent der deputierde ind die dryer hoifftstede ind alles sonder argelist. Oirkonde onss stat segele hierbynnen opgedruckt ynt jair onss Heren dusent vierhondert tweendetseventich dess saterdaiges na den heiligen Paessch dach. |
||||||||||||||
| Regest | De regering van Arnhem verklaart, dat wanneer van de geïnde renten van de heer en de jonkheren van Egmond in Nederbetuwe, die in de stadskist van Arnhem zullen worden gestort, na uitbetaling van enige gelden aan de heer van Batenborch en heer Wilhelm Dobbelsteyn van Doenrade verschuldigde gelden, nog geld zou overblijven, dit uitgegeven zal worden aan onkosten van het beleg van Vreyenstein of anderzins, maar steeds met medeweten van de gedeputeerden van de hoofdsteden Nijmegen, Zutphen en Arnhem. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst | De bepaling over Vreyenstein (Vrienenstein) komt niet voor in het regest 1058, zie voor dit kasteel Nijhoff IV, cxxvi en p. 456. |