Details van document 41
Nummer | 41 | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 18-08-1488 | |||||||||||||||||||||
Documenttype | maatregel | |||||||||||||||||||||
Plaats | [Arnhem] | |||||||||||||||||||||
Vergadering | 18-08-1488 | |||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||
Incipit | Te wethen alsoe overmitz vede und unlede und nae der vencknisse unss alrer ghenedichsten heren des Roemschen koninx, also waill in presencien as in absencien van sijnen Ko. Ma. stathelter | |||||||||||||||||||||
Explicit | Item dit sall besegellen unse alrer ghenadichste here die R.K. unse ghenadichen junchere van Nassouwe stathelter hoiffmeister etc. unss heren lieffden van Ghemen as stathelter teser tijt und dair nae die edell ende wailgebaren Oeswalt greve van den Berge, Gysbert here tot Bronckhorst ind Borckloe, Jacop van Bronckhorst here tot Batenborch ind tAnholt, Gysbert brueder tot Wysch, Johan here tot Voirst ind tot Keppell, Arnt van Middachten ritter, Evert van Hekeren, Geryt van Broeckhusen van Werdenburch, erffhoiffmeister der lande van Gelre und Geryt here tot Oy van wegen des gemeynen ritter und knecht der lande vurss. und voirt die hoefftstede voir huer selven und mede van wegen der cleynen steden elc ores vyerdels. | |||||||||||||||||||||
Regest | De vergadering verklaart dat Adolf van Nassau als "een hoifft der voirs. lande" wordt erkend en heer Hendrik van Ghemen in zijn absentie als plaatsvervanger; hij zal rechtshandhaving doen met betrokken hoofdstad, maar met erkenning van en eerbied voor van de landsprivileges. | |||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst is gedateerd aan de hand van het reces van 18 augustus 1488. De plaats van vergadering is ontleend aan de stadsrekening van Arnhem van 1488-1489: Item dingsdach na Assumptionis Marie [19 aug.] waren hier ter dachfart mijn here van Ghemen so hij statholder wesen sold, voert die bannerheren, ritterschap ende hoifsteden, mitten cleynen steden van den lande van Gelre ende Zutphen [Nijhoff V, lxxxv, noot 2] |