Details van document 412
| Nummer | 412 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 05-10-1579 | ||||||||||||||
| Documenttype | bepaling | ||||||||||||||
| Plaats | [Arnhem] | ||||||||||||||
| Vergadering | 27-09-1579 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Bedencken van s.g. up die fridtsarticulen unnd der lantschap resolutien des fals genomen. Idt hefft der her stadtholder gelesen und rijpelick overlacht tgenige wat bannerheren, ridderschap und steden deses furstendoms und graffschap op die van den kaiserlichen commissarien overgesondene fredens articulen deliberiert unnd bij foren van advijs in geschriffte gestelt unnd s.g. geexhibeert hebben. Waeruijt s.g. eerstelick gantz garn und mit sonderen wolgevallen verstaen hebben die goede und welbedachtige resolutien |
||||||||||||||
| Explicit | So ist het oik ten hochsten nodigh dat alle provincien uijt enen mondt spreken und dat men sich tovorderst mit den Naeders geunijeerden und der generaliter eener aanhelligen mainung vergelijcke, und denselvigen niet en projudiciere, also eene provintzij alleen sonder der anderen geenen freden bewilligen noch ock was sie idt soen? bewilligen wolden, und die andere provintzien niet mede daerin stemmen, in effect geens freden erlangen kann. | ||||||||||||||
| Regest | Stadhouder Jan van Nassau geeft zijn opvattingen over de vredesvoorstellen van de keizerlijke en koninklijke commissarissen en de resolutie die de landschap hierover opgesteld heeft. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst | De tekst heeft geen plaats van uitvaardiging of datum, maar zij volgt op de resolutie van de landschap van 5 oktober 1579. |