Details van document 427
Nummer | 427 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | tussen 28-03-1501 en 31-03-1501 | ||||||||||||||
Documenttype | overeenkomst | ||||||||||||||
Plaats | Heerenberg 's | ||||||||||||||
Vergadering | 28-03-1501 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Affgescheijt then Berghe verdragen opten sondach Judica anno XVc ende eijn. Alsoe op huijden dach datum tusschen den durluchtigen hoigheboeren fursten beijden mijnen genedigen lieven heren hertoghen van Gelre ende van Cleve oirre f.g. lande, luijde ind ondersaten avermijtz beijder oirre f.g. treflichen reden ind frunden, voirt geschickten der lantschappen van banerheren, ritterschap ind stede beijder der lande eijn guetlich bestant is bededijnght ind aengenomen bis sent Michiels dach neestkomende mijt etligen punthen ind articulen dair inne begrepen |
||||||||||||||
Explicit | ind dueren drije daige dairnae dat men van den vurgeruerte daige tot Huessen gescheijden sall sijn sonder argelist. Diss in orkondt ind aller stedicheijt hebben die rede ind frunde vurss. der eijn den anderen dijt vurs. schijn avergegeven ind mijt oeren naemen ind oir sselffs handen onderschreven op goensdach na den sondach Judica anno etc. primo. Oick so is mede bekalt van den gefangen bij Oeffell nedergeworpen dat men die saicke tot verhoir sall laten komen in mijddeler tijt dess bestantz vur mijnen gnedigen heren van Utricht ende van Munster off der here van IJsselsteijn totten gefangen reden sall hebben off nijet. [ondertekend door] Frederick Gref; Dederick van Bronckhorst ende Batenborch freiheer; Henricus Pennick prost etc.; Willem van der Horst; Hijnrich Staell; Steven van Wilick ritter; Wessel van der Loe. Sullen die fursten van Gelre ind Cleve ore beijder rede hebben tot Huessen dess donresdaiges na den heijligen Paessch dach [15 apr.] tegen den avont omb dess frijdaiges smorgens dat selffz to handelen der munten halff ind voirt in den gebreecken den ondersaten to beijden zijden dairaff die gebreecken tusschen dijt ende en sondach neestkomende durch den Gelreschen to Cleve ind durch den Cleffschen tot Arnhem avergeschickt sullen werden. Ind hijrop sall alle kommer ind besatijngh to beijden zijden geschiet bis aen desen dach blijven aenstaen ind berusten bis totten vurgeruerte daighe tot Huessen allet ongescelich. Geteijckent then Berghe op goensdach na Judica anno etc. primo. Rijswick. |
||||||||||||||
Regest | Afgevaardigden van Gelre en Kleef verklaren dat zij een bestand tot 29 september hebben afgesproken en dat zij elkaar op vrijdag na Pasen (16 april) in Heussen de bezegelde bestandsakten zullen overgeven. Alle afspraken blijven intussen geldig. Frederik van Egmond wordt ondanks dat hij gevangenen heeft genomen in Uffelte in het bestand opgenomen, maar onder nader gespecificeerd voorbehoud. | ||||||||||||||
Opmerking tekst |