Details van document 436
Nummer | 436 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 12-03-1583 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | memorie | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Arnhem | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 04-03-1583 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Op huijden den 12en martij anno etc. LXXXIII sijn uuijt verschrijvungh der heeren stadtholders, cantzlers und raeden ten lantdage erscheenen bannerheer, ridderschappen ende stede gesanten des furstendoms Gelre und graeffschaps Zutphen, und heeft der heer cantzler in presentie des heeren stadtholders sampt den aenwesende van de lantschap die proposition gedaen und int lange verhaelt de elende, miserie und uijtterste ruine, daer dese lantschap durch die bose ordinungh, quade regierongh, insolente ende onnodige deurtochten und inlegerongh van ruiteren und soldaten, diffidents und wantrouwen | ||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Wie dan oock wollgemeltes graeff Johans volmachtigen solliciteren om betaelungh van sijner g. geaugmentierde tractement op dat s.g. crediteuren, die seer clagen ende naelopen, daermeede tho vreden gestelt werden muchten, ende alsoo voerhanden sijn verscheidene recessen van lantdaagen, daerin sijner g. de verbeterungh des tractements belaeft wordt, ende ten lesten twee duijsent gulden sjaers geaccordiert sijn, blickende bij de extracten hierbij gevoecht, sall insgelicken der landtschafft gelieven hierin alsoo tho disponieren, opdat des lants eer betracht ende tgeene wat eenes belaeft und accordiert is, voltrocken werden moege. | ||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Kort verslag van de vergadering van de kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem. De kanselier geeft een redevoering over de slechte situatie van het land en vraagt om maatregelen en middelen om die te verbeteren. Venlo heeft brief gezonden met excuses voor het niet aanwezig kunnen zijn. Het verslag wordt afgesloten door een afschrift van de verklaring van de kanselier: - hij wijst op terugkeer van de afgevaardigden van de Staten Generaal en de noodzaak om alle problemen aan te pakken. - hij stelt dat op landdagen moeilijk iets tot stand komt door gebrek aan eendracht. - hij verklaart dat de inning van de contributie niet goed loopt en dat de gelden niet altijd worden uitgegeven aan de voorgenomen doeleinden. Dit was voor de Landraad reden om een eigen aanslag voor de drie voornaamste kwartieren in te stellen, hetgeen het gezag van Gelderland uitholt en haar reputatie schaadt. - hij signaleert dat elk kwartier eigen rentmeesters voor de inning heeft aangesteld, zodat algemeen overzicht van ingekomen gelden ontbreekt, dat elke stad slechts zijn eigen garnizoen betaalt en dat soldaten door de slechte betaling het platteland terroriseren. Vervolgens doet de kanselier een oproep op eendrachtig te gaan optreden en enige voorstellen ter verbetering van de situatie: - de levering van 20.000 gulden per maand voor de algehele landsverdediging weer uit te voeren. - de betaling van de afgevaardigden naar de Staten Generaal beter te regelen. - de invoering van een vaste voet voor de contributie en betere regeling voor inning en administratie door één centrale ontvanger. - betere regeling voor de inkwartiering van troepen om platteland te ontzien. - de instelling van een commissie om tezamen met de stadhouder deze maatregelen uit te voeren. - de afbetaling van Johan van Nassau en de paltsgraaf ter hand te nemen omdat deze anders juridische maatregelen tegen Gelderland kunnen gaan ondernemen. |
||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De tekst in Arnhem heeft in de marge resoluties van de landschap of van het kwartier Arnhem, dit moet nog nader bekeken worden. |