Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 441

Nummer 441
Datum 17-10-1500
Documenttype desiderata
Plaats Arnhem
Vergadering 14-10-1500
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
GA Venlo OSA Afschrift 1235-3 1-2 pdf
Gelders archief Hert. archief Gelijktijdig afschrift 12 53-54 Nijhoff VI/1, nr. 286 pdf
Gelders archief Rekenkamer Afschrift 16e eeuw 7203 96-98 pdf
Incipit Doirluchtige hogeboeren vermogende furste gen. lieve here, banerheren ind raitzvrunde der vier hoifftsteden as Nijmegen, Ruermunde, Zutphen ind Arnhem, ytzont bennen uwen gnadigen stat Arnhem op die schelingen ind gebreicken uitstaende tusschen uwe genaden aen eijne und dein edelen wailgeboeren heren Oiswallt greven van den Berge an dander zijde vergadert, gheven uwen gnaden zeer otmodelichen ind dijenstlichen te kennen, woe dat sij bij ind nae tijden des hogeboeren f. ind heren, heren Adolphz hertogen van Gelre ind van Gulich
Explicit tho halden ind toe voltrecken ind buyten uwen gnaden steden nijet nuwes mit veeden ende onwille aen te willen heffen, ind die selve van uwer gnaden getruwe guetwillige ondersanten in den besten op te willen nemen, angemerckt sij [sij] nyet anders en gevuelen dan uwe gnaden ind uwer gnaden ondersaten ere ind walfairt buijten ind bennen lants dair inne gelegen sall sijn, kenne Got almechtich die uw f.g. in hogen stait behueden ind bewaeren wille.
Regest Bannerheren en raadsvrienden van de vier hoofdsteden geven in verband met het geschil tussen de hertog en graaf Oswald van den Bergh een opsomming van allerlei klachten met betrekking tot het landsbestuur, waaronder de overlast van de oorlog, de last van de beden en de vele inbreuken op hun privileges en rechten. Zij constateren dat hun klachten hieromtrent op eerdere bijeenkomsten niet tot verbetering hebben geleid en vragen de hertog hun klachten als goedbedoelde kritiek te aanvaarden.
Opmerking tekst De tekst van Nijhoff is op enige plaatsen incompleet, maar kan door het afschrift van Venlo aangevuld worden. De datering is ontleend aan Nijhoff nr. 288 met "voirledenen saetersdach".