Details van document 47
Nummer | 47 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | tussen 26-02-1493 en 05-03-1493 | ||||||||||||||
Documenttype | reces | ||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||
Vergadering | 25-02-1493 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Anno Domini etc. XCIII. Op den dijnxdach na den sonnendach Invocavit anno Domino etc. is bi onsen gen. heren hertoch Karlle, hertoch van Gelre ind van Gulich ind greve van Zutphen, een gemeyn lantdachfart gehalden bynnen Nymegen in tegenwoirdicheit van banerheren, ritterschap ind raitzvrunde der vier hoiffsteden der lande van Gelre, Nymegen, Ruremunde, Zutphen ind Arnhem, ende andere vrunde van den cleynen steden derselver vier veerdellen. |
||||||||||||||
Explicit | Wardt averkomen dat mijn gen. here elken hoiftstat schicken sall bijnnen achte dage uijtschrifften van den geboirden schattinge in elk veerdeell opdat men mach weten salver der jongen greve helpen ende den here sijner staet ordinieren wair ment nemen ende halen sall. Item dairtoe uijtschrifften van den opgeboirden pennijngen van den ruyter gelde ende anders und theyndens den VIII daghes soellen sich die hoiftstede ellcx mit oeren deputeerden ritterschap ende cleyner steden beraden und des dijnsdages na Letare taventijde wederomme mit vollen beeijde to Nijmegen komen om dan voirt die dachfart nu anegehalten te sluyten. Item elken macht oick in sijnen veerdeel bynnen desen XIIII dage ondersoueck doen van den opgeboiren pennijngen zijnt onse gen. here to lande komen is, woe voill wij die heeft geboirt ind wat men die gelevert, betaelt ende gebleven sijn. |
||||||||||||||
Regest | Verslag van vergadering te Nijmegen, waarbij melding dat de heer van IJsselstein met een leger voor Utrecht ligt en dat Zutphen, Arnhem, Harderwijk en Elburg eerst de vergadering wilden verplaatsen naar Arnhem vanwege vijandelijke aanval in de Veluwe, maar dat de vergadering toch op donderdag in Nijmegen werd voortgezet. Toespraak van de kanselier op f. 2v-5. Hij verhaalt over Karels gevangenschap in Frankrijk (2v), zegt dat er na zijn terugkeer "een gemeyn lantdachfart to Nymegen omtrent den sonnendach Vocem jocunditatis anno etc. XCII" werd gehouden, waarop drie pondschattingen waren toegekend (3). De eerste pondschatting had slechts 17.000 gulden bedragen (3v). De hertog had zich goedwillend betoont voor erkenning van zijn titel ten aanzien van Duitse rijk, met verwijzing naar bijeenkomst in Bonnen en in Keulen op zondag OLV Purificatio (3v-4v). Men was een bestand overeengekomen tot OLV Annunctatio. De jonker van Bronckhorst, de kanselier en heer Johan van Boidbergen erfmaarschalk waren naar Keulen geweest, maar hier was niemand namens de Rooms koning verschenen. Karel vraagt de landschap om advies, gelet op het komende aflopen van het bestand (4v). Naar aanleiding van een binnengekomen boodschap van de heer van IJsselstein, besluit de vergadering om "des dinsdages" naar Tiel te gaan om met hem of zijn vrienden te spreken (6). Men besluit ook de diplomatieke hulp van de aartsbisschop van Keulen in te roepen en bevriende edelen aan het Bourgondische hof als Philips van Ravenstein, Engelbrecht van Nassau en de prins van Chimay (6). De vergadering bespreekt het voorstel van de laatste landdag te Nijmegen over de landsregering, met plan om uit elk kwartier vier personen aan te wijzen om de hertog met raad en daad bij te staan. Men wil naar aanleiding van voorstel van Roermond meer inzicht in de inkomsten en uitgaven van de hertog om knelpunten in het financiƫle beheer op te sporen en die te kunnen oplossen (6v). De vergadering besluit dat er 2000 voetknechten in dienst zullen worden genomen, namelijk kwartier Nijmegen 600, Roermond 500, Zutphen 400 en Arnhem 500, en stelt regeling op voor onder meer de werving, hun onderhoud en bevelvoering (8-8v). De aanwezigen horen het verslag van de jonker van Bronkhorst met zijn vrienden over hun overleg op 2 maart met de heer van IJsselstein over inbreuken op het bestand tussen hem en de hertog. Zij hadden een nieuwe bijeenkomst afgesproken op 18 maart in Tiel (9). Voorts wordt gesproken over de schatting voor de vrijlating voor de vrijlating van de jonge graaf van Meurs en het onderhoud van de hertogelijke staat. De hertog belooft dat hij de hoofdsteden binnen acht dagen nadere gegevens zal toezenden dat zij op dinsdag na Letare [19 mrt. 1493] 's avonds wederom in Nijmegen zullen samenkomen voor nieuw overleg. De hoofdsteden mogen in de tussentijd binnen hun kwartier onderzoek doen welke gelden zij sinds de terugkeer van de hertog al aan hem hadden geleverd (9v). |
||||||||||||||
Opmerking tekst | Het katern heeft op f. 1 het contemporaine opschrift: Nijmegen. Van den dachfarden to Nijmegen geholden op mijns gnedigen heren staet, den drie pontschattinge ende dat gehalt van knechten ind anders. Het bevat ook instructies voor de afgevaardigden van Zutphen opgesteld naar aanleiding van een kwartierdag op 13 maart 1493 op f. 5-7v. |