Details van document 489
| Nummer | 489 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | tussen 08-06-1549 en 15-06-1549 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Documenttype | maatregel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Plaats | Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Vergadering | 08-06-1549 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Incipit | Wij banerheren, gemeine ritterschap ende steden des furstenthumbs Gelre ende graeffschap Sutphen, representierende de Staten van den selven landen, bekennen ende doin kont einen iegelicken, also opten lesten Rycxdach bynnen der keyserlicker stat van Augsspurg gehouden zeeckere tractaet gemaickt ende gesloten sei tusschen den keyser onser allergen. ende oversten heer als furst und erffheere van syne majt. Neder erfflanden ther eynre ende die churfursten, fursten, so geistlick als weerlick, ende andere Staten van den Heiligen Rycke ther andere zijden in date den XXVI ten van junio XVc acht ende vierttich | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Explicit | beloovende op onsen eedt goet, vast ende gestadich te houdene al tghene dat by hemluyden in den name van den vurs. Staten van Gelderlant in tghene des vurs. staet gedaen sall wesen ende tselve onverbrecklick te onderhoudene ende volbringen sonder te gheenen tijden dair tegens te kommen noch te doene noch gedoegen gekommet noch gedaen te werdene hoe noch in wat maniere dat het zij. Des toirkonden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Regest | De bannerheren, ridderschap en steden van Gelderland verklaren dat zij instemmen met het verdrag dat keizer Karel V afgesloten had met de afgevaardigden van het Duitse Rijk op de laatste Rijksdag te Augsburg op 26 juni 1548, waarbij vastgelegd was dat vier heren en vier steden namens alle Staten van de Erfnederlanden het verdrag binnen een jaar moesten ratificeren. Zij machtigen de landsheer om zulke personen aan te wijzen om namens hun deze bekrachtiging te doen en beloven zich aan het afgesprokene te houden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Opmerking tekst | De akte is ongedateerd, maar moet opgesteld zijn na 8 juni en voor 15 juni 1549 blijkens GA Nijmegen, OSA 3703 en Brieven Nijmegen, nrs. 254 en 255. Vergelijk Zijp, De strijd, p. 86 (noot 3). |