Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 514

Nummer 514
Datum 07-01-1583
Documenttype memorie
Plaats Onbekend
Vergadering 07-01-1583
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief OA Arnhem Gelijktijdig afschrift? 4735 3-3v pdf
Incipit Memorie den VII en januarij LXXXIII gemaect bij den eersten rekenmeester Thomas Gramaye om aen de lantschap te presenteren belangende de rekeninghe van den tien ende acht maenden tUtrecht te gaen doen, soe sijn hoocheijt ende de heeren Generale Staten seer hestich daeromme vorderen.
Ten iersten is van noode t’oversien d’instructie hem Gramaye te Nijmegen bij den ritterschappen ende stedefrunden des Nijmechschen quartiers den XV en augusti lestleden gegeven met een ander acte bij de selven daernae daerbij gevoecht, daeraff copie hier aen gehecht, de welcke deser lantschap sal believen t’oversien ende daerinne absolutelijck ordonneren oft de selve instructie alsoo blijven oft verandert sal worden.
Explicit Ten vierden hoe wel de voirs. Gramaye alnoch van elcke rekeninghe nijet meer dan drij en heeft doen scrijven, nochtans alsoe dese rekeninghen sijn van grooter importantien ende daeromme wel te vermoeden is dat elck quartier van elcke der voirs. rekeninghen een sal begeeren te hebben, datter oick van elcx een bij den Lantraet sal moeten blijven ende oick van elcx een behoort te blijven in des voirs. Gramayens handen bij de andere deser lantscaps rekeninghen papieren ende charteren van alle de schattinghen, opdat dan geen verloren cost ende moeyte gedaen worde, begeert de voirs. Grammaye ordonnantie opte marge van dese oft hij van elcke rekeninghe sesse sal doen scrijven oft hoe vele min om hem daernaer te reguleren.
Regest Verzoekschrift van eerste rekenmeester Thomas Gramaye aan de landschap met betrekking tot de rekeningen van tien ende acht maanden, waarmee hij naar de prins van Oranje en de Staten Generaal te Utrecht zal gaan.
Hij vraagt of de landschap kan instemmen met de instructie die hij op 15 augustus 1582 van het kwartier Nijmegen heeft gehad. Hij had opdracht van de kwartieren Nijmegen en Roermond om alle rekeningen gereed te maken met betrekking tot de contributies sedert de Unie. De ene rekening liep van 1-6-1581 t/m 31-5-1582 en de andere van 1-4 t/m 30-11-1582. Zij moesten aantonen dat Gelderland meer dan genoeg contributies betaalde.
Vraagt tevens om andere afgevaardigden uit de vier kwartieren aan te wijzen om met hem mee naar Utrecht te gaan.
Opmerking tekst