Details van document 64
Nummer | 64 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 02-07-1539 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | reces | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Zaltbommel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 30-06-1539 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Soe upten junxst gehaldenen lanthdaige to Nymmegen etlicke articulen upten XII ten dach aprilis dieses tegenwordigen jairs negenindartich tot eer best ind waelfart dess durchluchtigen hoichgeboeren vermoegende fursten unsers genadigen lieffsten heren heren Wylhems hertougen toe Gelre, Guylich, Cleve ind Berge, graeven toe der Marck, Zutphen ind Ravensberch, heren tho Ravensteyn etc. ind syner ff.g. alinger lantschappen furstendombs Gelre ind greyffschap Zutphen versat ind upgericht | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Ten lesten soe is der lanthschap demundich ind dienstlich bede ind beger van hoichgemeltem unserm genaden l. heren dat sin f.g. allen moegelicken flyt vierkuren willen omb vrede so veer idt eninchsins wesen moicht to onderhalden ind alle tijt scharpe ind nerstige kontschappen uith heben soe vern asdan sin f.g. vernemen, dat der vrede niet treffen volde ind boven die voirgeroerte rechtz ind ridelicke erbiedonghe averfallen solden werden dat asdan sin f.g. dairup verdacht ind die yerste wesen wolde dairmit sin f.g. onversiens niet verrasschet off te averfallen werde. Dys to oirkonde der wairheit sin dieser nottelen offte aiffgescheidtz cedulen viff gemaict alleinz inhaldende mit der stadt van Saltbommell secriet ziegel des wij bannerheren, underheren, ritterschap ind geschicten der hoifft ind cleyner steden vurs. dieser tijt sementlick hierinne gebruicken beziegelt der hoichgedachte unse genadigen her eind ind etlick van den vier quartieren vurs. oick ein entfangen sullen. Geschiet tho Saltbommell upten twieden dach des maendz july anno Domini XVcXXXIX. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | De landschap reageert op een schrijven van regentes Maria van Hongarije, waarin zij stelt dat haar broer de Duitse keizer recht heeft op Gelre en Zutphen. Zij stelt zich op achter Willem van Kleef en neemt actie om de landsverdediging op te zetten, waarbij gemeld wordt dat Zutphen en de heer van den Bergh zich kritisch hadden opgesteld. Voorts worden maatregelen aangekondigd tegen de wederdopers met terugverwijzing naar de bijeenkomst in Nijmegen van 12 april 1539. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De gehele tekst is gedrukt in Van Hasselt, Geldersche oudheden I, p. 564-578 en gedeeltelijk in Van Hasselt, Maandwerk, 95-97. Er is niet onderzocht welk afschrift hij heeft gebruikt. |