Details van document 647
Nummer | 647 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 01-10-1479 | ||||||||||||||
Documenttype | overeenkomst | ||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
Vergadering | 01-10-1479 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Die hooflude ende stede, wij A, B, C, D etc. doen kont ende bekennen, soe als der hoechgheboren voorst onse lieve neve ende ghenedighe here, heer Willem hertoch van Gulich ende van Berghe greve van Ravensberch ende here te Heijnsberch etc. einen vasten steden vrede ende bestant tusschen den durluchtighen hoechgheboren vursten Maximilliaen hertoch van Oistenrijck, van Burghoengen ende van Brabant etc. den hoichgheboren furst heer Johan hertoch van Cleve greve van Marke, heren Herman lantgreven van Hessen etc. gubernator die sticht van Colne ind oick heren Johans altsten soen van Cleve | ||||||||||||||
Explicit | welke erkennonghe wij ons ... aennemen ende binnen ... den naisten maenden nadat ons ... ons dat verkundicht wert, doen sullen, daerin ons de parthien na ... bestendinghe ghevolghich sijn sullen. Ind off enich parthie daer ... hoirsam were ende uut bleven sal wij aldie wel erkennen he ... wat alsoe dan van ons erkennet werden sal ighelike parthien d... vast strack ind sonder allen ghebreck halden ende volbringehen? | ||||||||||||||
Regest | Willem hertog van Gulik verklaart dat hij een vrede en bestand heeft afgesloten tussen Maximiliaan hertog van Oostenrijk enerzijds en Jan hertog van Kleef, Herman landgraaf van Hessen, gubernator van het stift van Keulen, Jan oudste zoon van Kleef en hun medestanders, alsmede al degenen die in dit geschil betrokken waren te weten Frederik hertog van Brunswijk heer van Lunenborg, juffrouw Catharina dochter van Gelre, Johan paltsgraaf bij de Rijn hertog in Beieren en ridderschap, ambtslieden en de stad Nijmegen en alle andere steden in Gelre die met elkaar verbonden waren. Het bestand zal op heden ingaan en twee jaar lang geldig zijn tot sint Remigiusdag [1 okt.] 1481. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | De akte van Willem is geïnsereerd in een verklaring die door hoofdlieden en steden medebezegeld zou moeten worden, die waarschijnlijk op f. 2 worden opgesomd. Het gaat om enige edelen en "die stede Nijmeghen, Tiel, Bommel, Grave, Leyerdam, Grave, Herderwijc, Wagheninghen, Elboirch, Hattem, Zutphen, Doesborch, Dotinchem, Lochem, Grolle; ridderscap in die vierendels van Romund" en "de stede sHertoghenbossch, Gorinchem, Venloo, Arnhem, Embric". De akte is ongedateerd maar het bestand zou twee jaar geldig zijn, ingaande op heden tot sint Remigius 1481. |