Details van document 654
| Nummer | 654 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 10-09-1488 | ||||||||||||||
| Documenttype | reces | ||||||||||||||
| Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
| Vergadering | 10-09-1488 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | Upten X den dach in septembri anno LXXXVIII eyne gemeyn lantdachfart der vier quartieren slantz bynnen Arnhem verschreven gehalden to werden, daer sich der stathelder mijn here van Ghemen, Johan Pieck amptman, Johan Hoen rentmeester, der scholaster van Zutphen ende Johannes Vischer secretaris compariert sijn. Up welcker dachfart Johan Pieck amptman opgedaen hefft den baenerheren, ritterschap ende den vrunden van den vier hoefftsteden slantz van Gelre tselve he gedaen ende geworven hadde [aen onse genadichsten heren ende joncheren van Nassauw] in den schrifften ende articulen hem mede gedaen van den selven, ind soe dan die selve schrifft in deils articulen wat verandert waeren, hebben die vurg. baenreheren, ritterschap ende vrunde van den steden geantwort, nae dem die schrifft verandert were, soe en dorsten zij daer toe nijet consentieren sonder mede weten der andere baenreheren, ritterschap ende steden dess gemeynen lantz |
||||||||||||||
| Explicit | Voirt hefft Johan Pieck amptman eynen credentijbrieff van mijnen g. joncheren den stathelder aen den vurs. sprekende laten hoeren, beruerende van den dienst der leenmannen ind den gemeijnen dienstzpennijnck, den men noch schuldich ist. Ind dairop aen den selven van wegen mijns g. joncheren begeert, dat zij die ghone die van oirs leens wegen schuldich weren to dienen ende nijet gedient en hedden, noch oeren dienst nijet affgedragen, dat die selven sulx noch aen den commissarisen affdroghen ende oeren schade schutten, twelck die vrunde van den hoefftsteden aengenomen hebben ind besten to sullen verbaetschappen. | ||||||||||||||
| Regest | De afgevaardigden van de bannerheren, ridderschappen en de vier hoofdsteden horen het verslag van Johan Pieck ambtman, die met geschriften en artikelen naar de graaf van Nassau is geweest. Zij verklaren dat zij deze stukken niet kunnen goedkeuren en eerst ruggespraak willen voeren met hun achterban, aangezien er wijzigingen in de stukken zijn aangebracht. Men spreekt af om op 29 september weer in Arnhem bijeen te komen. Ook beloven de afgevaardigden de mededelingen van Pieck inzake de achterstallige dienstpenningen van de leenmannen door te geven. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst |