Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 667

Nummer 667
Datum tussen 28-09-1488 en 30-09-1488
Documenttype reces
Plaats Arnhem
Vergadering 28-09-1488
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief HA Aanw. 1948 Afschrift A III 7 135-137 pdf
Incipit Opp sondach sent Michgielz avont eyne gemeyn lantdachfart der vier quartieren bynnen der stat Arnhem verraempt ende gehalden, daer mijn here der stathelder, here Arnt van Mijddachten ritter, Johan Hoen rentmeester generael, Johan Pijeck amptman, here Jo van Leveldinck scholaster van Zutphen ind Johan Fischer secretaris compariert waeren.
So ass men laetstwerff opter dachfart bynnen Arnhem opten Xen dach in septembri gehalden daervan gescheiden is, dat die baenerheren, ritterschap ende vrunde van den vier hofftsteden ore antwort geven sullen op die schrifft ind articulen bij oen luyden verraempt ende in schrifft gestalt voirt tot oere alrer begerten bij Jo Pieck amptman to hove aen mijnen g. joncheren den stathelder bracht ende bij mijnen g. joncheren uijt bevel der K.M. ewenich doch totter materien dienende verandert etc., hefft die lantschap dese nabeschreven schrifft vur eijn antwort gegeven:
Explicit Hijrop dede mijne here der stathelder der lantschap weder seggen, nadem zij die vurkallinge ende schrifftlick verraempde articulen ast scheijn affsloghen, ende daer nyet vorder op en antworden [en wulden], soe en weren sijne lieffden nyet beraden enijghe gewalden off avergrepen to straeffen sonder vorder commissij ende bevel der K.M.
Regest Verslag van landdagvaart. De steden geven op 29 september in antwoord op de veranderde geschriften en artikelen die Johan Pieck vanuit het hof van stadhouder Adolf van Nassau gebracht heeft, een verzoekschrift om in hun rechten gehandhaafd en geregeerd te worden (135-136).
De stadhouder en raden komen na het eten met een schriftelijk antwoord, dat dit verzoekschrift geen antwoord inhoudt op de veranderde geschriften en artikelen. Zij verlangen dat de afgevaardigden "ore onbedeckte antwort" geven en wel mondeling ter wille van een vlottere afhandeling (136-137)
De afgevaardigden geven de volgende dag als antwoord dat zij van hun vrienden niet meer mogen zegggen dat zij de stadhouder en raden zullen bijstaan met het bestraffen van alle gewelddadigheden, zoals zij al aangegeven hadden (137).
De stadhouder stelt dat dit antwoord een afwijzing van de veranderde artikelen inhoudt en dat hij enige gewelddaden en misdrijven niet zonder verder commissie en bevel van de Rooms koning kan bestraffen (137).
Opmerking tekst