Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 771

Nummer 771
Datum tussen 15-04-1580 en 23-04-1580
Documenttype reces
Plaats Arnhem
Vergadering 13-04-1580
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Streekarchief Bommelerwaard OA Zaltbommel Afschrift 157 1-9v pdf
Incipit Denn 15 aprilis 1580 die ritterschappen und stedegesanten bijnnen Arnhem opten uijtgeschreven lantdach erschenen, sijn van wegen der bannerheren erschenen die erentfesten Derick Rijperbandt, richter tot Genderingen, Claes van Delen ende Gerhart Schalck, der rechten licentiaet van wegen des greven van den Bergh, mit commissie ende credentz die welcke verlesen und iss dairnae die meinongh des vurs. graven durch den opg. Schalck int langhe vurgedragen
Explicit Van den graeff ende gravinne van den Berghe zekere brieven gekomen zijnde aen den walgeboren onss genedigen heren statholder, als oick den heren van Loijnen sijn de selve in de vergaderinghe verthoent ende gelesen, und is dair op antwoirt geschreven bij den heer van Loijnen berustende.
Aldus gedaen tot Arnhem ende aldair geeindighet den 23 aprilis 1580 und sijn die andere gedeputierde der lantschap noch aldair verbleven ordre to stellen opte geistlicke guederen, die particuliere ende private requesten to visitiren alz andere swaericheiden aff te handelen. Onderteickent Heteren secretarius.
Regest Verklaring van Gerhart Schalck namens de graaf van den Bergh dat deze niet kan toetreden tot de Nadere Unie vanwege zijn band met het Duitse rijk; verzoekt neutraal te mogen blijven en geen contributies te hoeven leveren.
De landschap besluit de afgevaardigden van de graaf van den Bergh niet tot de vergadering toe te laten en Bartholt van Gent en Johan Bentinck naar hem te zenden om te vragen zich alsnog bij de landschap aan te sluiten (1-1v).
De ridderschap en steden van Nijmegen stemmen 16 apr. in met de generale middelen van consumptie op wijn, bier, vlees en zout, conform het voorstel op de laatste landdag van 21 maart 1580. De stad Nijmegen verklaart zich bereid na protest van Zaltbommel, Tieler- en Bommelerwaard om hun bijdragen aan te passen, mits zij een overzicht van hun schade leveren sinds het toetreden van Gelderland tot de Nadere Unie op 5 mrt. 1579 (2-2v).
De afgevaardigden van de gravin van Stirum en die van graaf Frederik van den Bergh worden niet in de vergadering toegelaten omdat hun volmachten te beperkt zijn (2v).
De stadhouder houdt op 17 apr. een redevoering met vijf punten: 1. niet uiteengaan voor er een besluit is genomen op de contributie voor de landsregering en de aanname van de hertog van Anjou; 2. zenden van afgevaardigden naar Antwerpen en opstellen van hun instructies; 3. zweren van een nieuwe eed van de provincies onder de Nadere Unie voor onderlinge bijstand; 4. restitutie van 2500 gulden die stadhouder voor de landschap heeft voorgeschoten; 5. betaling van ruiters in dienst van de landschap (3-3v).
Behandeling inschrijving Henrick van Mauwrick in Ridderboek; geschil Reijner van Ghelre met de amptman Vijghe en verzoek van weduwe van Otto van Apelteren, heer van Asperen, om terugbetaling gelden die haar man voor landschap had geleverd.
De landschap wijst op 18 apr. doctor Leoninus (Nijmegen), de heer van der Horst (Roermond), Zeno van Dorth (Zutphen) en Johan van Arnhem (Arnhem) aan om naar Antwerpen te gaan, alsmede een commissie voor de contributie aan de stadhouder (4).
19 apr. komen Frederik van Boijmer en Otto Kleinck namens Ermgart gravin van Stirum, Wisch etc. Zij worden toegelaten nadat zij hadden verklaard dat de gravin instemt met de regering van Matthias, de instelling van de landraad en de contributie (5). De heer van Loenen en Johan Bentinck doen verslag van hun missie naar de graaf van den Bergh.
De landschap besluit op zondag voor Hemelvaart, ofwel 8 mei, bijeen te komen te Arnhem om een overzicht te maken van elk kwartier met betrekking tot alle inkomsten, uitgaven, schade, inlegering van troepen e.d. om dit aan de GeĆ¼nieerde Provincies te kunnen presenteren (5-5v).
De afgevaardigden van het kwartier Nijmegen besluiten 20 apr. huiswaarts te gaan als de andere kwartieren hun standpunt over de contributie niet overnemen; de ridderschap wijst enige personen aan om op de landdag te blijven en belangrijke lopende kwesties af te handelen.
De stadhouder verzoekt de landschap om toestemming voor het vrijkopen van enige eigenhorigen om contant geld te verkrijgen. De landschap wijst op verzoek van de raden gecommitteerden aan om het Hof te helpen bij met name de contributie en het krijgsvolk, daar binnenkort 1200 nieuw aangenomen ruiters komen. Elk kwartier levert twee personen, maar de namen voor het kwartier Nijmegen zijn niet ingevuld (6).
21 apr. verzoeken de raden aan burgemeester Zeller van Nijmegen namens de stadhouder om de stad beter te beveiligen voor een vijandelijke aanval.
22-23 apr. overleg om een regeling op te stellen voor het betalen van Bolswijn, Iselsteijn, Raisfelt en andere kapiteinen en voor de contributie van de kapitale impositie. Derick van Wette, secretaris van Arnhem, zal de impositie gaan innen (6v-7v).
De muntordonnantie, voorgesteld door de muntmeester te Nijmegen, wordt goedgekeurd en publicatie wordt aangekondigd (9).
De vergadering bepaalt dat de afgevaardigden te Antwerpen mogen zeggen dat Gelderland onder protest twee maanden lang 82000 gulden aan de kapitale impositie zal bijdragen, mits andere uitgaven in mindering mogen worden opgevoerd (9v).
Afgesloten met mededeling dat gecommitteerden achterblijven voor afhandeling van beheer van geestelijke goederen, de particuliere en private requesten en andere zwarigheden.
Opmerking tekst