Details van document 772
Nummer | 772 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 15-06-1549 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | overeenkomst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Brussel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 15-06-1549 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Kaerle bij der gracien Godts Roemsch keyser [etc.] allen den ghenen die dese jegewoirdige zien sullen saluyt. Alsoe die baenreheeren, geschickten der affwesenden, voert ritterschappen, onderheeren ende verordente van den steden onses furstendombs Gelre ende greffschap Zutphen bijnnen onser stadt Arnhem bescreven ende vergadert zijnde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | ten lesten sullen oick die vurs. onse lantscappen ende onderdanen van Gelre ende van Zutphen in alle wege anders nijet dan als lithmaeten des heilligen Roemschen Rijcx gehalden werden tot ewigen dagen. Des toirconden soe hebben wij onsen segell hieran doen hangen. Gegeven in onser stadt van Bruessele den XV ten dach van junio int jaer onss Heeren duysent vijffhondert negenendeveertich, van onsen keyserrijcke tXXXe ende van onsen rijcken van Castilien ende anderen t XXXIIIIe. Ondertekent up die plijcke: Bij den keijser. Verreyken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Karel Rooms koning verklaart dat bannerheren, ridderschap en steden van Gelre en Zutphen in een vergadering met stadhouder, kanselier en raden te Arnhem volmacht aan hem hebben gegeven om enige prelaten, heren en steden aan te wijzen, die het verdrag zullen bezegelen dat hij namens de Nedererflanden had afgesloten met de keurvorsten, vorsten en standen van het Roomse rijk op de Rijksdag te Augsburg. Hij erkent de voorwaarden die de Geldersen voor deze verlening hadden gevraagd, namelijk dat deze verlening geen precedent zal scheppen, dat zij slechts onder bepaalde voorwaarden en tot een bepaalde hoogte mogen worden aangeslagen voor bijdragen aan het Roomse rijk en dat het tractaat van Venlo van kracht blijft. Voorts zullen de Geldersen de komende vier jaar 300.000 gulden betalen, maar in deze periode niet verder belast worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Het afschrift van Elburg bevat een opgave van degenen die de akte zullen bezegelen en meldt dat Gent, Leuven, Dordrecht en Nijmegen de akte gekregen hebben. Voorts staat op 2v de aantekening: Dat report opter dachfart lest to Arnhem gehalden omtrent den XV junij anno XLIX. Het afschrift van Arnhem heeft geen volledige dateringsregel, alleen: Dess to orkonden soe hebben wij onsen segell hijer aen doen hangen. Gegeven [in andere hand: 15 ind 49 des maendz junii]. |