Details van document 801
Nummer | 801 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 28-07-1429 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | overeenkomst | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 28-07-1429 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Wij Arnolt van der genaden Goids hertoge van Gelre ende van Gulich ende greve van Zutphen doen kont allen luden mit desen apenen brieve ende bekennen, dat wij voir onss ende onsen nacomelingen van allen twist, gebreck ende schaide die in der oirloge ende dair voir van dat wij die stat van Amersfoerde ynne genomen hadden, geweest is tusschen den edelen heren Rodolph van Dyepholt, postulaet toe Utrecht, onsen lieven neve, der stat van Utrecht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | Ende voirt wij burgermeisteren, scepenen ende raide der vier hoiftsteden der lande van Gelre als Nijmegen, Ruremunde, Zutphen ende Arnhem voirscr. bekennen om begeerten ende angesinnes wille onss alreliefsten genedichsten heren hertogen van Gelre ende van Gulich ende greve van Zutphen voirs. gerne gedaen te hebben. Ende hebben des te getuge der wairheit ende gantser vaster stedicheit alre punten voirs. onse ende onser stede segelen mede an desen tegenwoirdigen brieff gehangen. Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende negenendetwijntich op sente Panthaleoens dach abbatis XXVIII dage in der maent van julio. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Hertog Arnold van Gelre verzoent zich namens al zijn steden en landen met Rudolf van Diepholt, postulaat van Utrecht, en de steden Utrecht, Amersfoort, Deventer, Kampen en Zwolle en alle steden en landen van het Sticht na een oorlog, waarbij hij Amersfoort ingenomen heeft. Medebezegeld door diverse met namen genoemde "lieven maigen, raiden ende vrienden" en door de vier hoofdsteden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | Het afschrift van Van Mieris is ontleend aan Ant. Matthaeus, Rerum Amorfortiarum scriptores duo inediti, p. 274-281. |