Details van document 866
Nummer | 866 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 20-08-1438 | ||||||||||||||
Documenttype | maatregel | ||||||||||||||
Plaats | Geldern | ||||||||||||||
Vergadering | 20-08-1438 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | Uuijtsprake bij ridderschap ende die vier hoeftsteden gedaen tusschen graef Frederic van Moers ende Johan van Broichuijsen in anno 1438. Te weeten dat die hoeghemeghtige greve zo Meurse ende zo Zarwarden aen eijn sijde ende Johan van Brueckhuijsen heren tot Geijsteren ende erffhaefmeijster slans van Gelre etc. aen die andere sijde, alles gescheels tusschen beijden pertien wesende eeren? ende rechts gebleven sijn aen der ritterscapp ende vier hoeftstede der lande van Gelre in den verbonde wesende, die omme |
||||||||||||||
Explicit | dair ijnne te maecken off te doin off te doin doin, zonder alle arglijste off gebeede. Ende hebben des te orkunde als wij Frederick greve zo Meurse vurs. onsen zegell bij onss rechter wetenheijt op spacium dis compromiss doin drucken, ind ick Johan van Brueckhuijsen vurs. hebbe mijnen zegell oeck mit op dit selve compromiss gedruct, dat geraempt ende ghegeven is tot Gelren in den jaeren onss Heeren duijsent vier hondert ende acht ende dertich des guesdaeghs nae Onser Vrouwen dach Assumptionis. | ||||||||||||||
Regest | Ridderschap en de vier hoofdsteden "in den verbonde wesende" verklaren dat zij voor sint Servaasdag e.k. [13 mei 1439] uitspraak zullen doen in het conflict tussen graaf Frederik van Meurs ende Johan van Broekhuizen, erfhofmeester van Gelre. Beide partijen zullen gehouden zijn deze uitspraak te aanvaarden op boete van 2000 oude schilden. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | Deze tekst was ook opgenomen in het eerste Landdagrecessenboek van Arnhem, p. 89 (zie nr. 57). |