Details van document 894
Nummer | 894 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 14-08-1430 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Deutz | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 30-08-1430 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | In Goits namen amen. Kont sij allen luden die dit uutgaenwordige offenbaere instrumente ind transsumpt soelen sien off hoiren lesen dat in den jaere na der gebuerte unss Heren doij man schreeff duysent vierhondert ind drissich jair in der eichter indicien des veertzienden daigs in deme maende auguste zu vespertijt off umb den trynt | ||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | so hain ich dit offenbair instrument dair op gemaicht ind mit mynen rechten gewoenliken namen ind tzeiken getzeikent ind underschreven, geeisscht ind gebeden zo kontschap ende tzo gelouven alre voirs. saicken. | ||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Gerart van Lo, klerk van het stift Keulen, notarius verklaart dat hertog Adolf van Gulik en Berg hem in aanwezigheid van heer Henrich Laner van Breytback "abdz des goithuus zo Duytze sent Benedictus oirdens gelegen uutgaen der stat van Coelne oever op des Rijnss oyver" en andere met naam genoemde getuigen in het genoemde godshuis een akte van Rooms koning Sigismund heeft getoond, waarin deze verklaart dat hij Gelre en Zutphen aan Adolf had overgedragen, nadat het vorstendom door het overlijden van Reinoud aan hem was toegevallen met bevel aan bevolking om Adolf te huldigen en te gehoorzamen, gegegen zu Ofen na Cristus gebuerte viertyenhondert jaere ind dair na in den vijffendezwijntichsten jaer an dem noesten donrestaige voir dem heiligen Pijnstdaige [1425 mei 24]. De akte wordt medebevestigd door Henrich Laner abt van godshuis tot Duytze. | ||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De akte is aan de vier hoofdsteden gezonden, blijkens hun antwoord (GA Arnhem, Brieven nrs. 32 en 33) en vergelijk Stadsrek. Arnhem 1430-1431, p. 158. Het afschrift in Van Mieris IV is een copie van 1706 en ontleend aan P. van Alen, Beschryving van de stad Grave, p. 508-512 (zie Essink, Grave en Gelre, p. 9) |