Details van document 897
Nummer | 897 | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | tussen 30-08-1430 en 30-09-1430 | ||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 30-08-1430 | ||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Doirluchtige hogeboeren furste uweer genaden brieve aen ons vier hoefsteden des lands van Gelre nu lestwerff gesant, hebben wij wale verstaen, inhalde woe dat onse lieve genedige here, here Segemont Roemscher Coeninck toe aller tijden merer des Rijcks ons vurtijts soulde geschreven hebben dat he u dat hertogdom van Gelre ende die graefschaep van Zutphen mit allen hoeren toebehoeringen | ||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | ende hem die hertogdomme ende graefschap van Zutphen heeft lange tijt, eer dan als eyne die sich noempt Heinrick Laner van Beeytbach abdt des guedshuse tot Duytze in sijnen brieven schrijft, dat gij mit den selven hertogdommen ende graefschap beleent soulde wesen, dairomme en is it en ghene noit geweest dat wij desselven onss genedigen heren des Coenincks brieve verdrucket verhalden en nyet so verre en hebben laten komen als sich dat billich ende toe rechte geburt hedde, dair mede uwe genade te onrecht onderwijset sijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
Regest | De vier hoofdsteden van Gelre schrijven hertog Adolf van Gulik dat zij zijn brief ontvangen hebben, waarin hij meldde dat hij door Rooms koning Sigismund met Gelre en Zutphen was beleend. Zij verklaren dat zij Arnold van Gelre als hun heer gehuldigd en erkend hebben na het overlijden van hertog Reinoud. Voorts verwijzen zij naar Heinrick Laner van Beeytbach abt van het godshuis Deutz die in zijn schrijven Adolf ten onrechte als hertog van Gelre had opgevoerd. | ||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De brief is ongedateerd maar is geschreven in reactie op de brief van Adolf van Berg van 30 aug. 1430 (GA Grave). Vergelijk ook de stadsrekening van Arnhem 1430-1431, p. 183 over de ontvangst van de brief van hertog Adolf van Gulik. Zie voorts de lijst van vergaderingen onder 23 sep. 1430. |