Details van document 920
| Nummer | 920 | ||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum | 25-01-1494 | ||||||||||||||
| Documenttype | uitnodiging | ||||||||||||||
| Plaats | Roermond | ||||||||||||||
| Vergadering | 18-01-1494 | ||||||||||||||
| Archief |
|
||||||||||||||
| Incipit | |||||||||||||||
| Explicit | |||||||||||||||
| Regest | De regering van Roermond schrijft de gedeputeerden van de bannerheren, ridderschap, de regering van Nijmegen en de raadsvrienden van Zutphen en Arnhem "die laetzst to Nijmegen bij den anderen geweest zijn", dat zij hun afschrift heeft ontvangen van hun brief aan de hertog met betrekking tot diens besprekingen met de heer van IJsselstein. Zij had hierover al een brief naar Nijmegen gezonden, maar deze is blijkbaar door "mennigerleij onleden" nog niet aangekomen. Meldt dat zij hun brief heeft voorgelegd aan de hertog, omdat zij deze zaak zeer belangrijk acht. Deze kon niet ingaan op hun verzoek een bijeenkomst te houden "des anderen dages na Onser Liever Vrouwen Lichtmijsse dagh" [3 feb.], maar wel op "dess nesten dijnxtdages na den sonnendach Reminiscere neestkomende" [25 feb.], zoals hij hen nog zal schrijven. Dringt erop aan om naar deze bijeenkomst afgezanten te zenden. | ||||||||||||||
| Opmerking tekst |