Details van document 95
Nummer | 95 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 31-05-1441 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documenttype | verbond | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | [Nijmegen] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering | 31-05-1441 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Incipit | Wij Arnolt van der genaden Gaits hertoge van Gelre ende van Gulich ende greve van Zupthen doin kond alsoe sommigen onser ritterscap ende steden een verbont gemaickt ende sich mit malkanderen verbonden hebben, dair buten bis tot noch toe, wij ende vele onser ritterscap ende stede gebleven zijn, soe dat te besorgen ende te vermoeden is, dat groete partije ende dyelinge onser lande ende vorder ongevall opstaen mach ende onse lande ende ondersaten tot groter verderfenisse komen muchten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Explicit | mede an desen transfixbrieff gehangen; ende weert sake dat der segelen desen transfixbrieve toegeschreven, der weer een off meer, dair an gebreke, gelijck wael sal dese transfixbrieff in sijnre slinger volkomenre macht wesen ende blijven, gelijck off he al volsegelt were. Gegeven in den jair onss Heren dusent vierhondert eenendeviertich opten lesten dach van den meye. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regest | Hertog Arnold verklaart dat hij toetreedt tot het verbond tussen bannerheren, ridderschappen en steden van de kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem gesloten, waarbij hij enige aanvullende bepalingen afkondigt inzake onder meer de rechtsgang, zoals de competentie van de "stillen gerechte" en de afhandeling van geschaakte vrouwen, en de geldigheid van eerdere verbonden. Hij meldt tegelijkertijd dat Roermond en andere steden en leden van de ridderschap van het Overkwartier deze transfixbrief niet onderschreven hebben. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking tekst | De plaats van uitvaardiging is ontleend aan de verklaring van de afgevaardigden van het kwartier Arnhem (Databank nr. 974). De tekst van Harderwijk is een vidimus van de regering van Arnhem van 3 feb. 1442. De tekst in Doesburg is een ongedateerd ontwerp en bevat een geheel ander explicit, waarbij het gedeelte van Nijhoff vanaf voorlaatste regel van p. 181 tot halverwege p. 182 ontbreekt, evenals de opsomming van alle bezegelaars. Vergelijk ook de akte van confirmatie van hertog Arnold van swoensedaeges nae sinte Mathijs dach [28 feb.] 1442 (GA Tiel, OSA 93, nr. 57 en 96, p. 75-82). |