Details van document 952
Nummer | 952 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 03-06-1497 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Elburg | ||||||||||||||
Vergadering | 22-05-1497 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | |||||||||||||||
Regest | De regering van Elburg schrijft die van Arnhem dat "upter laester dachfart dye tho Waghenijngen ghehalden is, daer dye dre quartijer der lande van Ghelre by den anderen vergadert waren, als Nymmegen, Zutphen ende Aernhem mytten bannerheren, ritterscap ende kleynen steden, up welcker dachfart onse ghenedigen lijve heren hartoch van Ghelre ende van Gulick ende greve van Zutphen ons allen heft vurghehalden ende doen begheren van dyenst tho doen vur Buyren, wair up als onse gheschickte vrunde die upter dachfart vurg. mede waren ons overbracht hebben, die dre quartyer vurg. hoer beraet ghenomen hebben bes onse ghenedigen lijve here den van Ruremunde dede verschrijven up dat men eenpairlijke ende eendrachtlike tho samen dyenden gelijck als dat upter dachfart vurg. gheluyt heft etc." De stad ondervindt veel gevaar uit Holland en moet ook al een garnizoen onderhouden, zodat zij geen bijdrage aan het leger voor Buren kan leveren. Verzoekt Arnhem als hoofdstad er bij de hertog op aan te dringen dat zij van bijdragen voor Buren ontslagen wordt. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | De bijeenkomst te Wageningen wordt genoemd in de stadsrekening van Zutphen van 1497-1498: Smanendaiges na Trinitatis [22 mei ] sijn Andries van Holthuesen ind Jan Kreijnck wederom gefaeren ter dachfart to Wagenijngen mit 2 dijenere; uitgewest 4 daige (SA Zutphen, OA Zutphen 1074, f. 19) |