Details van document 957
Nummer | 957 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 13-11-1497 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Onbekend | ||||||||||||||
Vergadering | 07-11-1497 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | |||||||||||||||
Regest | Cornelis van Broekhuizen schrijft Johan Gruter en Sander Bentynck, burgemeesters van Arnhem, dat "gudenstaige lest verleden" [8 nov.] te Nijmegen was besloten dat de stad en het kwartier van Arnhem hem en zijn ruiters en knechten maandelijks zouden betalen en provianderen, waarop de stad Arnhem om een bedenktijd van drie dagen had gevraagd. Aangezien deze termijn is verstreken, verzoekt hij het beloofde geld en proviand te mogen ontvangen. | ||||||||||||||
Opmerking tekst |