Details van document 959
Nummer | 959 | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 03-10-1497 | ||||||||||||||
Documenttype | brief | ||||||||||||||
Plaats | Arnhem | ||||||||||||||
Vergadering | 03-10-1497 | ||||||||||||||
Archief |
|
||||||||||||||
Incipit | |||||||||||||||
Explicit | Gescreven onder secreet der stat van Arnhem des wij semptlicken hier inne gebrucken des dijnsdages nae sente Remijs dach anno etc. XCVII. | ||||||||||||||
Regest | Gedeputeerden en raadsvrienden van de drie hoofdsteden Nijmegen, Zutphen en Arnhem, nu bijeen te Arnhem, schrijven de regering van Harderwijk dat men "een tijt voirleden" aan de hertog van Gelre een pondschatting had toegekend voor het onderhoud van ruiters. Zij hadden van de schatmeesters van het kwartier van de Veluwe vernomen dat Harderwijk nog altijd niet ten volle bijgedragen heeft ondanks hun aanmaningen. Dit heeft hen ten zeerste verbaasd want de pondschatting is voor de landsverdediging bedoeld. Melden dat men "nu in die weke voirleden tot Nijmegen in bijwesens ons ende meer anderen van den lantschappen" had besloten alle hulp aan de schatmeesters te geven voor de inning van de gelden. Gelasten Harderwijk nu ogenblikkelijk de achterstallige gelden te betalen. | ||||||||||||||
Opmerking tekst | Het regest nr. 628 zegt dat de afzender de stad Arnhem was, maar dat is onjuist. Dit blijkt ook uit het explicit. |