Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 980

Nummer 980
Datum 01-01-1436
Documenttype brief
Plaats Arnhem
Vergadering 26-12-1435
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Hoge Raad van Adel Collectie Van Spaen Afschrift 18e eeuw 215-3 pdf
Incipit Antworde der stat van Arnhem op alsulke tichte ende gebreken als onss onse genedige here avergesant heeft op den punten onsen stat alleen antreffende.

Ten irsten alsoe als onse gen. heer in den yersten punten schrijft, dat sine gen. mit rade der ridderschap ende stede voir Bueren getogen solde wesen, ende doe sijne here daer voir lagen, ontruijmden wij eer tot eenre tijt ende dat wij sijne gen. daer schuldich soulden wesen te dijenen etc. met meer woerden in denselven punt begrepen, antworden wij burgemeisters, scepen ende rade van Arnhem
Explicit Oic is heer Hendrick gebrecklich aen onsen heeren gen. ende en begeert nijet vorder dan hier ’t Arnhem bij den rentmeister te komen, mit hoen te rekenen ende onsen gen. heer te doene dat hij sine gen. schuldich is te doen ende heer Hendrick begeert dat hoen van onsen heren gen. desgelijks wederomme geschie.
Regest Antwoord van de regering van Arnhem op de klachten die de hertog heeft toegezonden met betrekking tot het beleg van Buren, de 300 Rijns gulden voor Keulen, de maarschalk en Johan Gruter, de wildbaan in de Veluwe en heer Henrick van Middachten.
Opmerking tekst De tekst is ontleend aan het Landdagrecessenboek van Arnhem I, f. 83. Het stuk is ongedateerd, maar er wordt naar verwezen in de stadsrekening van Arnhem 1435-1436, f. 46v: scrijven antwoerde op die gebreken die onse genedige here hier sande aen den stat van der gantser Veluwe.