C. nadere toelichtingen
Electoraat en uitslagen
Hierbij worden voor de periode 1848-1897 de volgende gegevens per kiesdistrict vermeld: het electoraat, de opkomst, het aantal ingeleverde briefjes, het aantal geldige briefjes en het aantal blanco stemmen. Na de invoering van de kieswet van 1896 zijn er geen gegevens meer bekend omtrent de opkomst en het aantal blanco briefjes. Alleen het aantal ingeleverde stembriefjes en het totaal aantal ongeldige stemmen is dan bekend.
In de uitslagen zijn voor de periode 1848-1897 alleen die personen opgenomen wier stemmental meer dan 1% van het electoraat bedroeg. Na 1897 zijn alle personen die stemmen hadden behaald opgenomen, omdat door de invoering van de kandidaatstelling het aantal kandidaten sterk werd beperkt.
Omvang en godsdienstige samenstelling bevolking
Voor een aantal jaren is de omvang en de godsdienstige samenstelling van de bevolking in de databank opgenomen. Het betreft de volgende jaren waarin de grenzen van de kiesdistricten werden veranderd: 1848, 1850, 1858, 1864, 1869, 1878, 1888, 1897, 1909. (Alleen in 1909 waren de kiesdistricten onveranderd gebleven.) De gegevens zijn afkomstig uit de tienjaarlijkse volkstellingen en voor elk van de genoemde jaren is de dichtstbijzijnde volkstelling genomen. Voor de periode 1848-1878 hebben de gegevens betrekking op de mannelijke bevolking; voor de jaren daarna op de gehele bevolking.
Bij de godsdienstige samenstelling van de bevolking zijn vier categorieën onderscheiden: katholieken, nederlands hervormden, gereformeerden en overigen. Onder gereformeerden worden de volgende kerkgenootschappen gerekend: in 1849, 1859 en 1869 Christelijke Afgescheiden Kerk, in 1879 Christelijke Gereformeerde Kerk, in 1889 Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsch Gereformeerde Kerken, en in 1899 en 1909 de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. De overige gezindten zijn in de categorie 'overigen' ondergebracht. Wanneer een van deze gezindten in een kiesdistrict meer dan 5% van de bevolking uitmaakte dan wordt dit apart vermeld onder 'opmerkingen'. Voor de steden die opgesplitst waren in kiesdistricten (de grote steden in 1848 en tussen 1897 en 1917) konden gegevens omtrent de gezindte van de bevolking niet achterhaald worden.
Aantal en samenstelling kiesdistricten
Voor alle kiesdistricten is aangegeven welke gemeenten er toe behoorden. In de databank zijn vier momenten opgenomen: 1848 (I), 1850 (II), 1888 (III), 1897 (IV). Wijzigingen die onder het regime van de kieswet van 1850 plaatsvonden in 1858, 1864, 1869 en 1878 zijn onder de 'opmerkingen' opgenomen. In onderstaande tabel is aangegeven door hoeveel kamerleden de kiesdistricten werden vertegenwoordigd.
Kamerleden per kiesdistrict |
1848 |
1850 |
1858 |
1864 |
1869 |
1878 |
1888 |
1897 |
1 |
68 |
11 |
9 |
8 |
8 |
8 |
79 |
100 |
2 |
|
26 |
27 |
29 |
30 |
32 |
2 |
|
3 |
|
|
1 |
1 |
2 |
1 |
1 |
|
4 |
|
|
|
|
|
1 |
|
|
5 |
|
1 |
|
|
|
|
1 |
|
6 |
|
|
1 |
1 |
1 |
|
|
|
7 |
|
|
|
|
|
1 |
|
|
9 |
|
|
|
|
|
|
1 |
|
Totaal |
68 |
68 |
72 |
75 |
80 |
86 |
100 |
100 |