© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Cristel Stolk, Ambrosius, Christel Charlotte, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ambrosius [24/03/2017]
AMBROSIUS, Christel Charlotte (geb. Harderwijk 1-12-1970 – gest. Putten 9-1-1994), slachtoffer in de Puttense moordzaak. Dochter van Johan Herman Joseph Ambrosius (geb. 1940), maritiem gezagvoerder, en Marijke Simon (geb. 1945).
Christel Ambrosius groeide vanaf haar vijfde op in Putten, samen met een oudere broer. Ze volgde het vwo in Ermelo en op zestienjarige leeftijd verliet ze het ouderlijk huis om te gaan samenwonen met een geliefde. Na haar eindexamen studeerde ze enige tijd antropologie aan de Universiteit Utrecht, maar ze maakte de studie niet af. In 1992 werd ze stewardess bij United Airlines. Ze woonde op kamers in haar standplaats Londen en als ze niet vloog, logeerde ze bij haar moeder en broer in Putten. Haar ouders waren inmiddels gescheiden – de vader woonde in Almere. Christel Ambrosius stond bekend als een charismatische, levendige, spitsvondige en intelligente jonge vrouw.
De moord
Begin 1994 verbleef Christel Ambrosius twee weken in Nederland. Op zondagmiddag 9 januari vertrok zij op de fiets naar het huis van haar tachtigjarige grootmoeder aan de Driewegenweg, aan de rand van het Putterbos, maar deze was niet thuis – ze was op bezoek bij een zieke kennis. Toen de grootmoeder rond zes uur thuiskwam, trof ze in de woonkamer van haar huis het levenloze lichaam van Christel aan in een plas bloed, bedekt met een jas. Onderzoek wees uit dat de 23-jarige Ambrosius was verkracht en vermoord door verwurging en messteken. Na sectie op het lichaam werd ze begraven op de gemeentelijke begraafplaats in Putten.
Bij het onderzoek naar de moord op Ambrosius kwamen vier mannen uit Putten als verdachten in beeld, onder wie de zwagers Herman Du Bois en Wilco Viets – op de dag van de moord hadden ze in een oude Mercedes rondgereden in de buurt. De vier werden opgepakt en verhoord. Twee van hen wezen Dubois en Viets aan als schuldigen, die onder druk van de politie bekenden. Later trokken ze deze bekentenis weer in. Ondanks het feit dat sporen van de op het been van Christel Ambrosius aangetroffen spermaresten niet van hen waren, werden zij in oktober 1995 elk veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. De redenering was dat het slachtoffer vóór de verkrachting met een andere man vrijwillig seks had gehad. Vanwege dit detail en omdat de veroordeelden bleven ontkennen, bleef er twijfel bestaan over de juistheid van de uitspraak.
Misdaadjournalist Peter R. de Vries benaderde na de uitspraak de Rotterdamse oud-hoofdcommissaris Jan Blaauw om samen met zijn team het politieonderzoek na te lopen op onjuistheden. Ze onderzochten het dossier, maakten reconstructies, interviewden getuigen en voerden gesprekken met de veroordeelden. De Vries besteedde een groot aantal afleveringen van zijn televisieprogramma aan de zaak en Blaauw stuurde in 1999 een brief met acht kritiekpunten naar het Ministerie van Justitie. Dit leidde tot Kamervragen. Ook publiceerde hij een boek met de reconstructie van het ‘dubieuze moordonderzoek’. In 2001 besloot de Hoge Raad op verzoek van advocaat Geert-Jan Knoops tot heropening van het moordonderzoek. Een jaar later werden Du Bois en Viets vrijgesproken. Ze hadden inmiddels tweederde van hun straf uitgezeten en kregen samen een schadevergoeding van 1,8 miljoen euro.
Zes jaar later, in mei 2008, werd de moordenaar van Christel Ambrosius alsnog opgepakt. De 33-jarige Ronald P. was destijds een plaatsgenoot van haar en indertijd ook verhoord in het onderzoek, maar had geen DNA willen afstaan. Hij kwam opnieuw in beeld vanwege een veroordeling voor mishandeling van zijn partner. Vanwege nieuwe wetgeving (2004) moest hij verplicht DNA afstaan en dit bleek overeen te komen met de aangetroffen sporen op het lichaam van Ambrosius. In 2009 werd P. veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, en in hoger beroep door het OM (2011) tot achttien jaar.
Gerechtelijke dwaling
De Puttense moordzaak staat bekend als een van de grootste gerechtelijke dwalingen in Nederland. De moord, de veroordeelden, de heropende rechtszaak, de vrijspraak en ten slotte de aanhouding van de werkelijke dader hebben de gemoederen en de (misdaad)journalistiek jarenlang beziggehouden. De privacy van de familie en de nagedachtenis aan de jonge vermoorde Christel Ambrosius heeft hier volgens haar moeder danig onder geleden. In 2009 verklaarde zij voor de Zutphense rechtbank dat zij haar dochter in vrede en rust wil kunnen herinneren, zonder langer te worden lastiggevallen door de pers en inmenging van andere nieuwsgierigen.
Archivalia
Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonskaart. Literatuur- ‘”Christel krijg ik toch niet terug...”. Interview met Harm Ambrosius’, De Telegraaf, 16-2-1994.
- ‘Moeder Christel wil nagedachtenis terug’, De Stentor, 26-8-2009 [URL http://www.destentor.nl/regio/harderwijk/moeder-christel-wil-nagedachtenis-terug-1.3068441; geraadpleegd 16-2-2017].
- J.A. Blaauw, De Puttense moordzaak. Dossier gesloten. De volledige geschiedenis tot en met de veroordeling van de werkelijke dader (Baarn 2012).
Illustratie
[in bestelling]
Auteur: Cristel Stolk
laatst gewijzigd: 24/03/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.