Anker Hesselink, Louise Adriana Henriette van den (1877-1943)

 
English | Nederlands

ANKER HESSELINK, Louise Adriana Henriette van den, vooral bekend als Louise Fleuron (geb. Amsterdam 11-4-1877 – gest. Rotterdam 1-1-1943), zangeres, eerste soubrette. Dochter van Henri Louis van den Anker Hesselink (1839-1892), winkelier, acteur, en Maria Rijke (1836-1907). Louise van den Anker Hesselink trouwde (1) op 26-7-1900 in Amsterdam met George Fruin (1866-1928), winkelier, regisseur en toneelkapper; (2) op 28-8-1935 in Rotterdam met Conrad Valentin Visser (1865-1945), handelsreiziger. Uit huwelijk (1) werd 1 zoon geboren.

Louise (Wiesje) Hesselink groeide op in de Gravenstraat, vlak achter de Dam in Amsterdam. Ze had een oudere broer, Henri Louis (1869-1947), en – via een eerder huwelijk van haar vader –  een oudere halfzus; twee andere broertjes en een zusje stierven al jong. Haar vader was winkelier geweest, maar in Wiesjes jonge jaren verdiende hij zijn geld met het spelen van kleine rollen bij bekende toneelgezelschappen in de Amstelstraat. Zo groeide ze op met kennis van het zogeheten ‘drakentoneel’: heftige melodrama’s die een volks publiek aanspraken.

‘Neerlands eerste’

In 1888 verscheen de naam van Louise Hesselink voor het eerst op een theaterprogramma in Leeuwarden, toen ze geafficheerd werd als een van de Gezusters Hesselink, Hollandse duettisten. Kennelijk zong ze toen duetten met haar iets oudere halfzusje. Louise had via haar vader gemakkelijk toegang tot populaire toneelgezelschappen. Ze was een tijdje figurant, kreeg wat lessen op de toneelschool, maar leerde het vak vooral in de praktijk. Een eerste grotere rol speelde ze in 1893 bij het gezelschap van Charles de la Mar. Dat ze indruk maakte, blijkt uit een recensie van 1897, toen ze speelde voor het Haagsch Toneelgezelschap: ‘Mej. Louise Hesselink was in de rol van den dochter van de kaperkapitein onverbeterlijk, overweldigend schoon was haar stil spel nadat zij den luitenant een kogel door het hoofd had gejaagd’ (gecit. Klöters, 67).

Maar de toekomst van Louise Hesselink zou toch vooral in de zang liggen. Bij het Rotterdams Casino Variété maakte ze een snelle opgang als soubrette, liedjeszangeres, waarbij ze zich specialiseerde in het dramatische repertoire – smartlappen, zouden we nu zeggen. Vanaf 1902 trad ze als Louise Fleuron op in variétéprogramma’s in de voornaamste theaters van Nederland,  zoals Tivoli in Rotterdam, Scala in Den Haag en Carré in Amsterdam. ’s Zomers reisde ze met een gezelschap artiesten de kermissen langs. George Fruin, de man met wie ze in 1900 was getrouwd, was dan regisseur. Met hem woonde ze in het Rotterdamse artiestenbuurtje aan de Kruiskade. In 1901 werd hun zoon geboren: Hugo Henri Fruin.

Louise Fleuron stond in die jaren aan de top en werd geafficheerd als ‘Neerlands Eerste’, waarmee men toen bedoelde dat ze de beste was. Haar verschijning was spectaculair. Ze droeg een mooie lange rok, een hoog kapsel en daarop een ‘pleureuse’: een enorme hoed met een afhangende verentooi. ‘Tot achterin de zaal hoorde je het ruisen van de zijde van haar toiletten’, aldus tijdgenoot en toneelrecensent Jan Liber (gecit. Klöters, 67). Ze droeg handschoenen tot over de ellebogen en een strak korset waarmee een wespentaille geforceerd werd. Dikwijls had ze een excentriek parasolletje bij zich dat ze open en dicht deed. Met haar liedje Mannie maak eens gauw me bloesje los maakte ze een soort striptease van haar optreden. Ieder couplet volgde een nieuw kledingstuk, tot aan het korset: Mannie, maak ’t korsetje los/ Mannie, niet zo gek/ J’ raakt een tere plek/ Kriebel niet zo in mijn nek’. Toch was Louise Fleuron met haar kostbare garderobe een koninklijke verschijning. Haar stemgeluid was beschaafd, met verleidelijke buiginkjes en kirretjes.

Liedjes en bladmuziek

De liedjes die Louise Fleuron bracht, werden zeer bekend. Een twintigtal kwam tussen 1905 en 1914 op de plaat, waaronder haar grootste succes Aan de deur van je woning. Tony Schmitz, de beste Nederlandse tekstschrijver van die dagen, schreef haar repertoire. Bekend werden ‘t Was in de lentetijd, ’t was in de mei, De kus in de vier jaargetijden, Weet u moeder wat ik droomde? Veel meer dan de grammofoonplaat was gedrukte bladmuziek op dat moment het verspreidingsmiddel van liedjes – Fleuron gaf in eigen beheer wel honderd liedjes op bladmuziek uit, steevast versierd met een prachtige foto van haarzelf in kostuum.

Louise Fleuron vierde haar twintigjarige jubileum in 1918, een feest dat werd opgeluisterd door de beste Nederlandse artiesten. In de jaren twintig, toen het variété teruggedrongen was naar de bioscopen en haar repertoire wel erg verouderd was, stapte Louise over naar de operette, onder meer bij het Nederlandsch Operette Gezelschap en Van Bijlevelt & Van Aerschot. Ook daar had ze succes, vooral in komische oude damesrollen. Zo wist ze het nog tien jaar vol te houden, tot er in de jaren dertig een eind aan haar loopbaan kwam. Zeven jaar na de dood van haar eerste man hertrouwde ze in Rotterdam met de zeventigjarige weduwnaar Conrad Valentin Visser, een handelsreiziger in ruste. Zelf was ze toen 58. Hierna trad zij nauwelijks meer op.

Louise Fleuron raakte in de vergetelheid, maar in de oorlogsjaren had ze plannen om weer te gaan zingen. Vanwege haar onverwachte dood – ze stierf op nieuwjaarsdag 1943 in een Haags ziekenhuis aan de gevolgen van een longontsteking – kwam er niets van deze comeback. Aan haar groeve op begraafplaats Nieuw Eykenduinen stonden onder anderen Jacques van Bijlevelt en variétédirecteur C. Faveur (Het Vaderland, 6-1-1943).

Naslagwerken

Honig; Coffeng.

Archivalia

Stadsarchief Rotterdam: gezinskaart.

Werk

Discografie in: His Master’s Voice/De stem van zijn meester. The Dutch Catalogue, compiled by Alan Kelly and Jacques Klöters (Westport etc 1997).

Literatuur

  • Necrologieën in Dagblad van Rotterdam, Het Vaderland en Het Volk, 5-1-1943 en Het nieuws van den dag, 6-1-1943.
  • Biografie met liedjes en foto’s van Louise Fleuron. Ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van Hollandsche Soubrette en voordrachtskunstenares Louise Fleuron (z.p. 1918).
  • Rotterdams Nieuwsblad, 21-5-1918.
  • Jacques Klöters, 100 jaar Amusement (Den Haag 1987).

Illustratie

Louise Fleuron, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Collectie Theater Instituut Nederland).

Auteur: Jacques Klöters

laatst gewijzigd: 18/02/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.