Arondeus, Johanna Elisabeth (1775-1822)

 
English | Nederlands

ARONDEUS, Johanna Elisabeth (ged. Amsterdam 24-9-1775 – gest. Harlingen 6-7-1822), toneelspeelster. Dochter van Johannes Arondeus (1746-na 1802) en Sara Gerrits (ca. 1743-1798). Johanna Elisabeth Arondeus ging op 11-9-1795 in Amsterdam in ondertrouw met Johannes Baptista Neyts (1768-1824), zanger en toneelspeler. Uit dit huwelijk werden 4 zoons en 2 dochters geboren, van wie 1 zoon jong overleed.

Johanna Elisabeth Arondeus groeide op in een gereformeerd gezin dat op de Voorburgwal in Amsterdam woonde. Ze had twee oudere zussen – Kristina Hendrika (1770) en Helena (1772) – en een jongere broer Hendrik (1778). De moeder, Sara Gerrits, was afkomstig uit Zutphen. Verder is over haar ouders niets bekend, ook niet of zij toneelspelers waren. In 1795 trouwde Johanna Arondeus met Johannes Baptista (Jean) Neyts, zoon van het toneelspelersechtpaar Jacob Toussaint Neyts en Isabella Stassinon en zelf sinds 1791 verbonden aan de Amsterdamse Schouwburg. Hun kinderen – Jacobus (1796), Franciscus (1798), Henrica (1800), Charlotta (1806), Jacobus Joannes (1808) – werden katholiek gedoopt, naar het geloof van de vader.

Johanna Arondeus debuteerde op 14 september 1801 in Amsterdam als Clementia in De jaloersche vrouw van Desforges. Vanaf dat moment speelde zij bij het Amsterdamse schouwburggezelschap, dat toen een glorietijd beleefde, de rollen van ‘mère et caractère’ en ‘vertrouwde’. Op de zomerreizen van de Amsterdamse tonelisten trad zij ook op in andere Hollandse steden. Volgens de toneelhistoricus J.A. Worp behoorde zij in die periode tot de belangrijke vaste toneelspelers van de Amsterdamse schouwburg en nam zij de kleinere rollen voor haar rekening. In 1808 schreef A.L. Barbaz dat zij zich samen met de actrice Helena Hilverdink kweet van de ‘overige rollen’ in het ‘bevallige stukje met zang, Natuur en opvoeding of het gansje’ (Amstels schouwtooneel 243). In hetzelfde jaar speelde zij in het treurspel Bajazet van Racine de rol van Zaïre, slavin van Atalida (gespeeld door Hilverdink), naast actrices als Catharina Jelgerhuis (Roxane) en Helena Snoeck (Fatima) (Barbaz, ‘Tooneelverlustiging’, 158).Daarna zijn geen optredens van haar meer bekend; volgens Worp werkte zij in 1816 al niet meer bij de Amsterdamse schouwburg. Haar man en haar dochter Charlotta bleven nog wel verbonden aan de schouwburg.

Johanna Elisabeth Arondeus stierf op 8 juli 1822 in Harlingen, 46 jaar oud. Haar overlijden werd ook in Amsterdam aangegeven, en volgens die aangifte woonde Johanna Arondeus toen in Harlingen en haar man in Amsterdam. Waarom de Amsterdamse akte haar leeftijd als 63 vermeldt, is een raadsel.

Naslagwerken

Coffeng; Worp.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 57, 194r [Johanna Arondeus]. DTB, Trouwen 640, p. 143 [Arondeus en Neyts]. BS, Overlijden 1822, deel 6, 124v [Arondeus]; 1824, deel 4, 180r [Neyts].
  • Tresoar, Leeuwarden: BS, Overlijden Harlingen, toegang 30-15, inv. nr. 3004, akte B 26d [Arondeus].

Literatuur

  • Volledige Tooneel-Almanach der Bataafsche Republiek voor den Jaare 1804, 1805, 1806, en 1807.
  • A.L. Barbaz, Amstels Schouwtooneel, deel 1 (Amsterdam 1808) 243.
  • A.L. Barbaz, ‘Tooneelverlustiging II’, in: Idem, Mengelwerken, deel 2 (Amsterdam 1810) 152-158, aldaar 158.
  • A.L. Barbaz, Overzigt van den staat des schouwburgs in ons vaderland (Amsterdam 1816) 11.
  • Ferdinand von Hellwald, Geschichte des holländischen Theaters (Rotterdam 1874) 121.
  • [F.Z. Mehler en M.B. Mendes da Costa], Tooneel-catalogus Nederland (Amsterdam 1895) LXIII.
  • Ben Albach, Helden, draken en comedianten. Het Nederlandse toneelleven voor, in en na de Franse tijd (Amsterdam 1956) 98.
  • Andries Van den Abeele, ‘Jacob en Frans Neyts en hun familieleden. Enkele biografische aanvullingen’, Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis in Brugge (2001) 56-100, aldaar 71, 73.

Redactie

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.