© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Fernie Maas, Arriëns, Kate Anne, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Arriens [26/05/2016]
ARRIËNS, Kate Anna, vooral bekend als Kate ter Horst (geb. Amsterdam 6-7-1906 – gest. Oosterbeek 21-2-1992), hulpverleenster bij Slag om Arnhem, schrijfster oorlogsdagboek. Dochter van Pieter Albert Arriëns (1873-1940), directeur van de Hollandsche Stoombootmaatschappij, en Catharina Hillegonda Maingay (1875-1965). Kate Arriëns trouwde op 12-9-1930 in Hilversum met Jan ter Horst (1905-2003), advocaat. Uit dit huwelijk werden 2 dochters en 4 zoons geboren.
Kate Arriëns groeide met een oudere broer en zus op in een muzikaal gezin. Haar vader was vaak op pad: eerst voor zijn werk op de grote vaart en later voor de spoorwegen. Het gezin verhuisde naar Hilversum. Na een jaar aan de School voor Kunstnijverheid in Amsterdam begon Kate in 1925 met een studie Frans aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werd lid van de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereniging (AVSV), waar ze zich vooral bezig hield met toneel en poëzie. Op het toneel leerde ze rechtenstudent Jan ter Horst kennen, met wie zij in 1930 trouwde. Het paar ging wonen in Rotterdam.
De oude pastorie van Oosterbeek
Kate ter Horst had inmiddels kennisgemaakt met de antroposofische levensbeschouwing en richtte vanuit die benadering een kleuterschool op. In 1933 werd hun eerste kind geboren: Wendela Maria. Een jaar later volgde zoon Pieter Albert. Het gezin verhuisde in 1936 naar Arnhem, waar Jan compagnon van een advocatenkantoor werd. In de Arnhemse jaren werd het gezin uitgebreid met nog een dochter en zoon: Sophie Catharina en Michiel Willem. In 1941 konden ze de voormalige pastorie van de Oude Kerk aan de Benedendorpseweg in Oosterbeek kopen. Daarmee werd Kates wens buiten te wonen vervuld. In 1943 werd in Oosterbeek hun zoon Arend Christoffel geboren.
Op maandag 18 september 1944, de tweede dag van de Slag om Arnhem, werd het huis van de familie Ter Horst door Engelse militairen in gebruik genomen als hulppost van het Rode Kruis. De bevrijding was nabij, dacht men, en daarom zou het slechts om enkele gewonden gaan, die in het washok konden worden verzorgd. Na enkele dagen werd echter duidelijk hoezeer men zich had vergist en moesten de Engelsen zich terugtrekken in het gebied rondom Oosterbeek. Het dorp kwam zwaar onder vuur te liggen: de pastorie lag in de frontlinie. Jan ter Horst, lid van de ondergrondse, was aan het gidsen voor een Engelse patrouille en kon vanwege de Duitse afzettingen niet meer terug naar huis.
Kate ter Horst verhuisde met haar vijf kinderen en huishoudster Nel naar de kelder om ruimte te bieden aan een groeiend aantal gewonden. Ze hielp bij de verzorging van de gewonden, stelde haar huisraad en voorraadkast ter beschikking en sprak de stervenden moed in. Toen de situatie steeds nijpender werd, las ze in alle kamers psalm 91 voor en bad het Onze Vader met de soldaten. In totaal werden zo’n driehonderd Britse militairen in de pastorie opgevangen. Over haar vriendschap met de militairen en het dilemma te vluchten dan wel te blijven, schreef ze: ‘Er was een grote band tussen ons gegroeid, hoe dan ook, wij hadden elkander met al onze krachten gesteund en geholpen’ (Cloud over Arnhem, 59). Op 26 september viel Oosterbeek in Duitse handen en werd de pastorie geëvacueerd. Kate vertrok met haar kinderen via Apeldoorn naar een bevriende boerenfamilie in Friesland, waar Jan zich bij haar voegde. De dagboekaantekeningen van Kate ter Horst uit deze periode verschenen in 1946 in Niet tevergeefs, een bundel oorlogsherinneringen uit de regio.
Na de oorlog keerde de familie Ter Horst terug naar Oosterbeek. In de tuin, waar tijdens de oorlog enkele tientallen overledenen tijdelijk waren begraven, kwam een monument dat de vallende Pegasus voorstelt, gemaakt door beeldhouwer Pieter Starreveld. Boven de voordeur van de pastorie werd een gevelsteen met een feniks aangebracht, ook ontworpen door Starreveld. Jan ter Horst werd waarnemend burgemeester van Renkum. Kate ter Horst verscheen in de film Theirs is the Glory (1946), over de Britse 1st Airborne Division tijdens de Slag om Arnhem. Ze speelde hierin haar psalmlezing na. Groot was het verdriet toen in november 1947 hun oudste zoon (Peik) in het weiland achter hun huis op een achtergebleven landmijn trapte en ter plekke overleed; zijn vriendje bezweek enkele uren later aan zijn verwondingen. In 1950 werd hun jongste kind geboren: Kees Arjen.
Kate en Jan ter Horst waren in de naoorlogse jaren onder meer betrokken bij de inrichting van de Airborne Begraafplaats en de totstandkoming van het oorlogsmonument in Oosterbeek. Regelmatig ontvingen ze militairen die terugkeerden naar de pastorie waar ze tijdens de oorlog verzorgd waren. In 1959 verscheen de Engelse vertaling van Kates dagboekaantekeningen onder de titel Cloud over Arnhem.
Kate ter Horst was nog altijd gefascineerd door het antroposofische gedachtegoed. Ze zette in Arnhem een aantal initiatieven op en schreef in 1980 een boek over de basiliek St. Andoche in Saulieu: Pelgrimspaden langs goed en kwaad, verschenen bij de antroposofische uitgeverij Vrij Geestesleven. Het boek werd twee jaar later in het Duits vertaald. In 1992 werd het echtpaar ter Horst op het trottoir voor hun eigen huis aangereden. Kate ter Horst overleed op 85-jarige leeftijd aan haar verwondingen; haar man overleefde het ongeluk. Hij stierf in 2003.
Reputatie
Kate ter Horst kreeg van de geallieerde soldaten de bijnaam ‘Engel van Arnhem’, een verering waar ze zelf niets van wilde weten. Zij ontving in 1980 de King’s Medal for Courage in the cause of Freedom van de Britse ambassadeur Sir John Taylor; Kate en haar echtgenoot Jan werden beiden Member of the British Empire. Het verhaal van de opvang in de pastorie is verwerkt in de film A Bridge Too Far: Liv Ullmann speelt de rol van Kate ter Horst.
Naslagwerken
BWG.
Publicaties
- Pelgrimspaden langs goed en kwaad (Zeist 1980).
- Cloud over Arnhem. Oosterbeek, September 1944 (Oosterbeek 2009 [derde druk]).
Literatuur
- Interview met Loe de Jong voor De Bezetting, deel 18 (NTS, 16-1-1968).
- ‘Een lintje voor Kate’, De Telegraaf, 19-12-1980.
- Jos Hagers, ‘Kate ter Horst was blij dat ze ook wat kon doen’, De Telegraaf, 25-2-1992.
- ‘Kate ter Horst-Arriens 1906-1992; Engel van Arnhem’, NRC Handelblad, 24-2-1992.
- Bram de Graaf, ‘Mijn heldin: Kate ter Horst-Arriëns’, Margriet 33 (2008) 51-55.
Illustratie
Kate ter Horst, door onbekende fotograaf, ca. 1942 (particuliere collectie).
Auteur: Fernie Maas
laatst gewijzigd: 26/05/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.